Tłumaczenia dla hasła „distributieorganisatie“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

dis·tri·bu·tie·kaart <distributiekaart|en> [dɪstriby(t)sikart] RZ. r.ż.

distributiekaart

Bezug(s)schein r.m.

distributiekaart (levensmiddelen)

Lebensmittelkarte r.ż.

dis·tri·bu·tie·kan·toor <distributie|kantoren> [dɪstriby(t)sikɑntor] RZ. r.n.

1. distributiekantoor (posterijen):

distributiekantoor

Zustellamt r.n.

2. distributiekantoor (distributiekaarten):

distributiekantoor

Zuteilungsstelle r.ż.

re·or·ga·ni·sa·tie <reorganisatie|s> [reɔrɣaniza(t)si] RZ. r.ż.

reorganisatie

Reorganisation r.ż.

reorganisatie

Neugestaltung r.ż.

reorganisatie

Umgestaltung r.ż.

reorganisatie

Neuordnung r.ż.

des·or·ga·ni·sa·tie [dɛsɔrɣaniza(t)si] RZ. r.ż. geen l.mn.

desorganisatie

Desorganisation r.ż.

dis·tri·bu·tie·bon <distributiebon|nen> [dɪstriby(t)sibɔn] RZ. r.m.

distributiebon

Bezug(s)schein r.m.

om·roep·or·ga·ni·sa·tie RZ. r.ż.

omroeporganisatie → omroep

Zobacz też omroep

om·roep <omroep|en> [ɔmrup] RZ. r.m.

1. omroep:

omroep RADIO, TV

Rundfunk r.m.

2. omroep:

omroep (vereniging)

Rundfunkanstalt r.ż.

omroep (alléén voor tv)

Fernsehanstalt r.ż.

de commerciële omroepen

die Privatsender

de publieke omroepen

die öffentlich-rechtlichen Sender

chris·ti·a·ni·sa·tie [krɪstijaniza(t)si] RZ. r.ż. geen l.mn.

christianisatie

Christianisierung r.ż.

dis·tri·bu·tie <distributie|s> [dɪstriby(t)si] RZ. r.ż.

1. distributie (verdeling, verspreiding):

distributie

Distribution r.ż.

distributie

Verteilung r.ż.

de distributie van goederen econ.

die Distribution von Gütern

2. distributie (rantsoenering):

distributie

Rationierung r.ż.

distributie

Zuteilung r.ż.

de distributie van suiker

die Rationierung von Zucker

or·ga·ni·sa·tie <organisatie|s> [ɔrɣaniza(t)si] RZ. r.ż.

1. organisatie (het organiseren):

organisatie

Organisation r.ż.

2. organisatie (het georganiseerd zijn, de wijze):

organisatie

Organisation r.ż.

organisatie

Einrichtung r.ż.

de rechterlijke organisatie

die Gerichtsverfassung

3. organisatie (vereniging):

organisatie

Organisation r.ż.

organisatie

Vereinigung r.ż.

organisatie

Verband r.m.

een organisatie oprichten

eine Organisation [o. einen Verband] gründen

een organisatie van werknemers

eine Arbeitnehmerorganisation

dis·tri·bu·e·ren <distribueerde, h. gedistribueerd> [dɪstribywerə(n)] CZ. cz. przech.

distribueren

distribuieren