Tłumaczenia dla hasła „entwarnung“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ont·wa·pe·ning [ɔntwapənɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. ontwapening (het ontwapend worden):

ontwapening

Entwaffnung r.ż.

2. ontwapening (afschaffing van de bewapening):

ontwapening

Abrüstung r.ż.

ont·wa·ren <ontwaarde, h. ontwaard> [ɔntwarə(n)] CZ. cz. przech.

ontwaren

gewahren

ontwaren

gewahr werden +D. o B.

ontwaren

bemerken

ont·war·ren <ontwarde, h. ontward> [ɔntwɑrə(n)] CZ. cz. przech.

1. ontwarren form. (uit elkaar halen):

ontwarren

entwirren

de knoop ontwarren przen.

den Knoten entwirren

een streng garen ontwarren

einen Strang Garn entwirren

2. ontwarren (tot oplossing brengen):

ontwarren

lösen

ontwarren

klären

een lastige kwestie ontwarren

eine schwierige Frage lösen

kern·ont·wa·pe·ning <kernontwapening|en> [kɛrənɔntwapənɪŋ] RZ. r.ż.

kernontwapening

nukleare [o. atomare] Abrüstung r.ż.

ont·wa·ken <ontwaakte, i. ontwaakt> [ɔntwakə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. ontwaken (wakker worden):

ontwaken

wach werden

ontwaken

aufwachen

ontwaken

erwachen

uit de droom ontwaken przen.

aus seinem Traum erwachen

2. ontwaken przen.:

ontwaken

sich bemerkbar machen

ontwaken

erwachen form.

ontwaken

sich regen

zijn gevoel voor rechtvaardigheid is ontwaakt

sein Gerechtigkeitssinn regt sich

ont·wa·pe·nen¹ <ontwapende, h. ontwapend> [ɔntwapənə(n)] CZ. cz. przech.

ontwapenen

entwaffnen

een ontwapenende glimlach

ein entwaffnendes Lächeln

en·te·ren <enterde, h. geënterd> [ɛntərə(n)] CZ. cz. przech. scheepv.

enteren

entern

ver·ont·waar·di·ging [vərɔntwardəɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

verontwaardiging

Empörung r.ż.

verontwaardiging

Entrüstung r.ż.

een golf van verontwaardiging

eine Welle der Empörung