Tłumaczenia dla hasła „evenwicht“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

even·wicht [evə(n)wɪxt] RZ. r.n. geen l.mn.

1. evenwicht (gelijk gewicht):

evenwicht

Gleichgewicht r.n.

2. evenwicht (stabiele toestand van een lichaam):

evenwicht

Gleichgewicht r.n.

evenwicht

Balance r.ż.

het evenwicht verliezen

das Gleichgewicht verlieren

3. evenwicht (toestand van rust):

evenwicht

Gleichgewicht r.n.

evenwicht

Ausgeglichenheit r.ż.

evenwicht

Gleichmaß r.n.

in evenwicht brengen

ins Gleichgewicht bringen

in evenwicht brengen

ausgleichen

uit zijn evenwicht geraken/zijn przen.

aus dem Gleichgewicht geraten/sein

iem uit zijn evenwicht brengen

jdn aus dem Gleichgewicht bringen

4. evenwicht scheik.:

evenwicht

Gleichgewicht r.n.

chemisch evenwicht

chemische(s) Gleichgewicht r.n.

Przykładowe zdania ze słowem evenwicht

chemisch evenwicht

chemische(s) Gleichgewicht r.n.

labiel evenwicht

labiles Gleichgewicht

het evenwicht herstelt zich

das Gleichgewicht stellt sich wieder her

het geestelijk evenwicht

das seelische Gleichgewicht

het evenwicht verliezen

das Gleichgewicht verlieren

in evenwicht brengen

ins Gleichgewicht bringen

het evenwicht verstoren

das Gleichgewicht stören

het nucleaire evenwicht

das atomare Gleichgewicht

een wankel evenwicht

ein labiles Gleichgewicht

iem uit zijn evenwicht brengen

jdn aus dem Gleichgewicht bringen

uit zijn evenwicht geraken/zijn przen.

aus dem Gleichgewicht geraten/sein