Tłumaczenia dla hasła „grondeigendom“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ei·gen·dom¹ <eigendom|men> [ɛiɣəndɔm] RZ. r.n. (bezit)

eigendom

Eigentum r.n.

eigendom

Besitz r.m.

eigendom

Besitztum r.n.

dat park is particulier eigendom

der Park ist Privateigentum

publiek eigendom worden

öffentliches Eigentum werden

publiek eigendom worden

verstaatlicht werden

gron·de·loos [ɣrɔndəlos] PRZYM.

grondeloos

grundlos

grondeloos

bodenlos a. przen.

grond·re·gel <grondregel|s, grondregel|en> [ɣrɔntreɣəl] RZ. r.m.

1. grondregel (hoofdregel):

grondregel

Grundregel r.ż.

grondregel

Hauptregel r.ż.

2. grondregel (principe):

grondregel

Grundregel r.ż.

grondregel

Grundsatz r.m.

grondregel

Maxime r.ż.

grondregel

Prinzip r.n.

3. grondregel (axioma):

grondregel

Axiom r.n. spec.

grond·ren·te <grondrente|n> [ɣrɔntrɛntə] RZ. r.ż.

grondrente

Grundrente r.ż.

grondrente

Bodenrente r.ż.

jo·den·dom [jodəndɔm] RZ. r.n. geen l.mn. (godsdienst)

jodendom

Judentum r.n.

jodendom form.

Judaismus r.m.

grond·ge·bied <grondgebied|en> [ɣrɔntxəbit] RZ. r.n.

1. grondgebied (territorium):

grondgebied

Gebiet r.n.

grondgebied adm., jur., pol.

Hoheitsgebiet r.n.

grondgebied adm., jur., pol.

Territorium r.n.

wij bevonden ons op Belgisch grondgebied

wir befanden uns auf belgischem Hoheitsgebiet

neutraal grondgebied

neutrale(s) Gebiet [o. Territorium] r.n.

2. grondgebied przen.:

grondgebied

Gebiet r.n.

grond·leg·ger <grondlegger|s> [ɣrɔntlɛɣər] RZ. r.m.

grondlegger (van een organisatie)

Gründer r.m.

grondlegger (van een leer)

Begründer r.m.

grond·ves·ten <grondvestte, h. gegrondvest> [ɣrɔntfɛstə(n)] CZ. cz. przech.

1. grondvesten (funderen):

grondvesten

fundamentieren

2. grondvesten przen.:

grondvesten (van een organisatie)

gründen

grondvesten (van een leer)

begründen

op [o. in ] iets gegrondvest zijn

sich auf etw B. gründen

grond·be·gin·sel <grondbeginsel|en, grondbeginsel|s> [ɣrɔndbəɣɪnsəl] RZ. r.n.

1. grondbeginsel (principe, uitgangspunt):

grondbeginsel

Prinzip r.n.

grondbeginsel

Grundprinzip r.n.

grondbeginsel

Grundsatz r.m.

de grondbeginselen van het protestantisme

die Grundsätze des Protestantismus

2. grondbeginsel (eerste regels, hoofdpunten) l.mn.:

grondbeginsel

Grundlagen l.mn.

de grondbeginselen van de economie

die Grundlagen der Ökonomie

grond·on·der·zoek <grondonderzoek|en> [ɣrɔntɔndərzuk] RZ. r.n.

grondonderzoek

Bodenuntersuchung r.ż.