Tłumaczenia dla hasła „orgelwerk“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

smoel·werk [smulwɛrk] RZ. r.n. geen l.mn. pot.

smoelwerk

Visage r.ż.

smoelwerk

Fratze r.ż.

smoelwerk

Fresse r.ż.

ta·kel·werk RZ. r.n.

takelwerk → takel

Zobacz też takel

ta·kel <takel|s> [takəl] RZ. r.n. of r.m.

1. takel scheepv.:

takel (werktuig tot verplaatsing van lasten)

Flaschenzug r.m.

takel (zwaar)

Takel r.n.

2. takel scheepv. (uitrusting van een zeilschip):

takel

Takel r.n.

takel

Takelage r.ż.

takel

Takelwerk r.n.

prul·werk [prʏlwɛrək] RZ. r.n. geen l.mn.

prulwerk

Pfuscharbeit r.ż.

prulwerk

Pfusch r.m.

over·werk [ovərwɛrk] RZ. r.n. geen l.mn.

overwerk

Überstunden l.mn.

brei·werk <breiwerk|en> [brɛiwɛrk] RZ. r.n.

1. breiwerk (wat men bezig is te breien):

breiwerk

Strickzeug r.n.

breiwerk

Strickarbeit r.ż.

2. breiwerk (gebreid goed):

breiwerk

Strickarbeit r.ż.

krui·mel·werk [krœyməlwɛrk] RZ. r.n. geen l.mn.

1. kruimelwerk (klein karwei):

kruimelwerk

kleine Arbeit r.ż.

kruimelwerk

Kleinigkeit r.ż.

2. kruimelwerk (onbetekenend werk):

kruimelwerk

unbedeutende [o. zweitklassige] Arbeit r.ż.

met·sel·werk [mɛtsəlwɛrk] RZ. r.n. geen l.mn.

1. metselwerk (gemetseld werk):

metselwerk

Mauerwerk r.n.

2. metselwerk (werk van metselaar):

metselwerk

Mau(r)erarbeit r.ż.

or·gel·man <orgelman|nen> [ɔrɣəlmɑn] RZ. r.m.

orgelman

Leier(kasten)mann r.m.

or·gel <orgel|s> [ɔrɣəl] RZ. r.n.

1. orgel (muziekinstrument):

orgel

Orgel r.ż.

2. orgel (galerij in een kerk):

orgel

Empore r.ż.

3. orgel (harmonium):

orgel

Harmonium r.n.

boek·werk <boekwerk|en> [bukwɛrk] RZ. r.n.

boekwerk

Buch r.n.

boekwerk

Werk r.n.

druk·werk <drukwerk|en> [drʏkwɛrk] RZ. r.n.

1. drukwerk:

drukwerk (poststuk)

Drucksache r.ż.

drukwerk (als collectief)

Drucksachen l.mn.

als drukwerk verzenden

als Drucksache versenden

2. drukwerk:

drukwerk (gedrukt stuk)

Druckerzeugnis r.n.

drukwerk (van kleine omvang)

Drucksache r.ż.

drukwerk (van grotere omvang)

Druckwerk r.n.

3. drukwerk ((opdracht tot) het drukken van iets):

drukwerk

Druck r.m.

wij nemen geen drukwerk meer aan

wir nehmen nichts mehr in Druck

flex·werk [flɛkswɛrək] RZ. r.n. geen l.mn.

flexwerk (flexibel werk)

flexible Arbeit r.ż.

flexwerk (tijdelijk werk)

Zeitarbeit r.ż.

or·gel·spe·ler RZ. r.m.

orgelspeler → organist

Zobacz też organist

or·ga·nist <organist|en> [ɔrɣanɪst] RZ. r.m.

organist (vooral beroeps)

Organist r.m.

organist (iem die orgel speelt)

Orgelspieler r.m.

knut·sel·werk [knʏtsəlwɛrk] RZ. r.n. geen l.mn.

knutselwerk

Bastelarbeit r.ż.