Tłumaczenia dla hasła „rustikale“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

rust·bank <rustbank|en> [rʏstbɑŋk] RZ. r.ż.

rustbank

Liegesofa r.n.

rustbank

Couch r.ż.

rus·tig <rustige, rustiger, rustigst> [rʏstəx] PRZYM.

1. rustig (rust hebbend):

rustig

ruhig

rustig

geruhsam

rustig

ruhevoll

de rustige oude dag

der geruhsame Lebensabend

2. rustig (niet in beweging):

rustig

ruhig

rustig

reglos

rustig

still

3. rustig (niet haastig):

rustig

ruhig

rustig

gemächlich

het hart klopt rustig

das Herz schlägt ganz ruhig

4. rustig:

rustig (vrij van innerlijke beroering)

ruhig

rustig (vredig)

ruhevoll

5. rustig (kalm):

rustig

ruhig

rustig

gefasst

rustig

gelassen

rustig zijn gang gaan

sich durch nichts beirren lassen

6. rustig (niet luidruchtig, opdringerig):

rustig

ruhig

rustig

bescheiden

rustige kleuren przen.

ruhige [o. gedämpfte] Farben l.mn.

zich rustig houden

sich ruhig verhalten

7. rustig (ongestoord):

rustig

ruhig

rustig

ungestört

8. rustig (vreedzaam):

rustig

ruhig

rustig

geruhsam

het land is nu weer rustig

die Unruhen im Land haben sich gelegt

rus·tiek <rustieke, rustieker, rustiekst> [rʏstik] PRZYM.

1. rustiek (landelijk):

rustiek

rustikal

rustiek

ländlich

rustiek

bäuerlich

2. rustiek (in natuurlijke toestand gelaten):

rustiek

rustikal

rust·dag <rustdag|en> [rʏzdɑx] RZ. r.m.

rustdag

Ruhetag r.m.

tes·ti·kel <testikel|s> [tɛstikəl] RZ. r.m. med.

testikel

Testikel r.m.

rust·sig·naal <rust|signalen> [rʏ(st)sɪɲal] RZ. r.n.

rustsignaal

Halbzeitpfiff r.m.

rust·plaats <rustplaats|en> [rʏstplats] RZ. r.ż.

1. rustplaats (graf):

rustplaats

Ruhestätte r.ż.

de laatste rustplaats

die letzte Ruhestätte

2. rustplaats (pleisterplaats):

rustplaats

Rastplatz r.m.

3. rustplaats (slaapplaats):

rustplaats

Schlafstätte r.ż.

4. rustplaats (leger van wild):

rustplaats

Lager r.n.

prak·ti·kant <praktikant|en> [prɑktikɑnt] RZ. r.m.

praktikant

Praktikant r.m.

jus·ti·tie·pa·leis <justitie|paleizen> [jysti(t)sipalɛɪs] RZ. r.n. belg.

justitiepaleis

Gerichtsgebäude r.n.

justitiepaleis

Justizgebäude r.n.