Tłumaczenia dla hasła „vleeskeuring“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

mi·li·eu·keu·ring <milieukeuring|en> [mɪljøkørɪŋ] RZ. r.ż.

milieukeuring

Umweltverträglichkeitsprüfung r.ż.

vlees·kleur [vlesklør] RZ. r.ż. geen l.mn.

vleeskleur

Fleischfarbe r.ż.

be·keu·ring <bekeuring|en> [bəkørɪŋ] RZ. r.ż.

bekeuring

Strafmandat r.n.

bekeuring

Bußgeld r.n.

een bekeuring krijgen

ein Strafmandat bekommen

her·keu·ring <herkeuring|en> [hɛrkørɪŋ] RZ. r.ż.

herkeuring (onderzoek)

neue Untersuchung r.ż.

herkeuring (test)

Überprüfung r.ż.

herkeuring gesch.

Nachmusterung r.ż.

goed·keu·ring <goedkeuring|en> [ɣutkørɪŋ] RZ. r.ż.

1. goedkeuring:

goedkeuring (inwilliging)

Genehmigung r.ż.

goedkeuring (instemming)

Billigung r.ż.

goedkeuring (instemming)

Zustimmung r.ż.

goedkeuring (instemming)

Einverständnis r.n.

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (inwilligen)

seine Genehmigung erteilen

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (instemmen)

zustimmen

algemene goedkeuring

allgemeine Zustimmung

met goedkeuring van de synode

mit Genehmigung der Synode

stilzwijgende goedkeuring

stillschweigendes Einverständnis

iems goedkeuring vragen

jds Genehmigung einholen

de algemene goedkeuring wegdragen

allgemeine Zustimmung finden

2. goedkeuring (waardering):

goedkeuring

Anerkennung r.ż.

een teken van goedkeuring (waardering)

ein Zeichen der Anerkennung

kies·keu·rig <kieskeurige, kieskeuriger, kieskeurigst> [kiskørəx] PRZYM.

kieskeurig

wählerisch

kieskeurig

anspruchsvoll

niet kieskeurig in de keuze van zijn middelen zijn

nicht wählerisch in seinen Mitteln sein

kieskeurig op het eten zijn

wählerisch beim Essen sein

vlees·wa·ren [vleswarə(n)] RZ. l.mn.

vleeswaren

Fleisch- und Wurstwaren l.mn.

de fijne vleeswaren

der Aufschnitt

apk-keu·ring <apk-keuring|en> [apekakørɪŋ] RZ. r.ż.

apk-keuring

(regelmäßige) technische Überprüfung r.ż. von Kraftfahrzeugen

apk-keuring pot.

TÜV-Prüfung r.ż.

film·keu·ring <filmkeuring|en> [fɪlmkørɪŋ] RZ. r.ż.

filmkeuring

Filmzensur r.ż.

filmkeuring (instituut)

Filmprüfungsstelle r.ż.

kleu·ring <kleuring|en> [klørɪŋ] RZ. r.ż.

kleuring

Färbung r.ż.

kleuring

Tönung r.ż.

na·speu·ring <naspeuring|en> [naspørɪŋ] RZ. r.ż.

naspeuring

Nachforschungen l.mn.

naspeuring jur.

Ermittlung r.ż.

naspeuring doen

Nachforschungen anstellen

kies·kring <kieskring|en> [kiskrɪŋ] RZ. r.m.

kieskring

Wahlkreis r.m.

keu·ring <keuring|en> [kørɪŋ] RZ. r.ż.

1. keuring (het keuren, gekeurd worden):

keuring

Prüfung r.ż.

de keuring van films

die Filmzensur

2. keuring (onderzoek):

keuring

Untersuchung r.ż.

keuring gesch.

Musterung r.ż.

een medische keuring

eine ärztliche Untersuchung

naar de keuring moeten gesch.

zur Musterung geladen sein

vlees·ver·wer·kend [vlesfərwɛrkənt] PRZYM.

vleesverwerkend

Fleisch verarbeitend

de vleesverwerkende industrie

die Fleischindustrie

vlees·mo·len <vleesmolen|s> [vlesmolə(n)] RZ. r.m.

vleesmolen

Fleischwolf r.m.

vlees·ge·recht <vleesgerecht|en> [vlesxərɛxt] RZ. r.n.

vleesgerecht

Fleischgericht r.n.

vleer·muis <vleer|muizen> [vlermœys] RZ. r.ż.

vleermuis

Fledermaus r.ż.

scheu·ring <scheuring|en> [sxørɪŋ] RZ. r.ż.

scheuring

Spaltung r.ż.

de scheuring in de partij

die Spaltung der Partei