Tłumaczenia dla hasła „juniorreise“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈRund·rei·se RZ. r.ż.

Rundreise

rondreis

Kon·ˈzert·rei·se RZ. r.ż.

Konzertreise

concerttournee

ˈju·ni·or [ˈjuːni̯ɔr, -i̯oːɐ̯] PRZYM.

junior

junior

ˈAus·rei·se RZ. r.ż.

1. Ausreise:

Ausreise

uitreis

Ausreise

vertrek r.n. (naar het buitenland)

Ausreise

het verlaten van het land r.n.

Zollkontrolle bei der Ausreise

douanecontrole bij de uitreis [o. grensovergang]

2. Ausreise:

Ausreise

uitreisvergunning

ˈEin·rei·se RZ. r.ż.

Einreise

inreis

Einreise

het binnenkomen (in een land)

die Einreise nach Österreich

het binnenkomen van Oostenrijk

die Einreise nach Österreich

het passeren van de Oostenrijkse grens

jdm die Einreise verweigern

iem de toegang tot een land ontzeggen

ˈHin·rei·se RZ. r.ż.

Hinreise

heenreis

ˈHeim·rei·se RZ. r.ż.

Heimreise

thuisreis

Heimreise

terugreis

ˈDurch·rei·se RZ. r.ż.

Durchreise

doorreis

Durchreise

doortocht