Tłumaczenia dla hasła „schranzen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈschwän·zen [ˈʃvɛn͜tsn̩] CZ. cz. przech. pot. SZK.

schwänzen

spijbelen

schwänzen

verzuimen

die Schule schwänzen

spijbelen

ˈschram·men [ˈʃramən] CZ. cz. przech.

1. schrammen (schürfen):

schrammen

schrammen

2. schrammen (kratzen):

schrammen

krassen

schrammen

schampen

ˈschrau·ben¹ [ˈʃr͜aubn̩] CZ. cz. nieprzech. SPORT

schrauben

een schroef maken

ˈschlen·zen [ˈʃlɛn͜tsn̩] CZ. cz. przech.

1. schlenzen (beim (Eis)hockey):

schlenzen

pushen

2. schlenzen (beim Fußball):

schlenzen

lepelen

ˈSchul·ran·zen RZ. r.m.

Schulranzen

boekentas

Schulranzen

schooltas

ˈSchran·ke <Schranke, Schranken> [ˈʃraŋkə] RZ. r.ż.

1. Schranke (Schlagbaum) a. KOL.:

Schranke

slagboom

Schranke

spoorboom

Schranke

sluitboom

2. Schranke przen. (Grenze) meist l.mn.:

Schranke

grens

Schranke

perk

Schranke

barrière

die Schranken des Gesetzes podn.

de perken van de wet

sich in Schranken halten

zich inhouden

sich in Schranken halten

binnen de perken blijven

etw in Schranken halten

iets binnen de perken houden

jdn in die [o. seine] Schranken (ver)weisen

iem terechtwijzen

jdn in die [o. seine] Schranken (ver)weisen

iem op zijn nummer zetten

einer Sache Schranken setzen

aan iets paal en perk stellen

3. Schranke hist. (im Gerichtssaal):

Schranke

balie

die Schranken des Gerichts hist.

de balie in de rechtbank

in die Schranken treten podn.

in het krijt [o. strijdperk] treden

jdn in die Schranken fordern podn.

iem uitdagen

vor den Schranken des Gerichts podn.

voor de rechtbank

ˈschran·ken·los [-loːs] PRZYM.

schrankenlos

grenzeloos

schrankenlos

onbegrensd

schrankenlos

onbeperkt

schrankenlos

ongeremd