Tłumaczenia dla hasła „verdaging“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ver·ˈdau·en [fɛɐ̯ˈd͜auən] CZ. cz. przech.

1. verdauen:

verdauen

verteren

2. verdauen przen.:

verdauen

verteren

verdauen

verwerken

Ver·ˈdau·ung <Verdauung> [-ʊŋ] RZ. r.ż. kein l.mn.

Verdauung

spijsvertering

ver·ˈdau·lich [fɛɐ̯ˈd͜aulɪç] PRZYM.

verdaulich

verteerbaar

verdaulich

te verteren

ver·ˈdammt [fɛɐ̯ˈdamt] PRZYM. pot.

verdammt (Ärger ausdrückend)

verdomd

verdammt (Ärger ausdrückend)

vervloekt

verdammt (sehr groß)

ellendig

so ein verdammter Mist! pot.

wat een misère!

verdammt noch mal [o. eins]!

potverdorie!

verdammt noch mal [o. eins]!

verdorie nog aan toe!

ver·ˈdan·ken¹ [fɛɐ̯ˈdaŋkn̩] CZ. cz. przech. (durch etw erhalten)

verdanken

te danken hebben

ver·ˈdam·men [fɛɐ̯ˈdamən] CZ. cz. przech.

verdammen

verdoemen

verdammen

veroordelen

verdammen

vervloeken

zum Scheitern verdammt

tot mislukken gedoemd

ver·ˈdin·gen [fɛɐ̯ˈdɪŋən] CZ. cz. przech.

verdingen

aanbesteden

verdingen

uitbesteden

verdingen

verhuren

ver·ˈdient [fɛɐ̯ˈdiːnt] PRZYM.

1. verdient (Verdienste aufweisend):

verdient

verdienstelijk

sich um etw/jdn verdient machen

zich jegens [o. tegenover] iets/iem verdienstelijk maken

2. verdient SPORT (leistungsgemäß, zustehend):

verdient

verdiend

verdient

terecht

verdient

toekomend