Tłumaczenia dla hasła „verzuring“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈTrau·ring RZ. r.m.

Trauring

trouwring

ver·ˈza·gen [fɛɐ̯ˈ͜tsaːgn̩] CZ. cz. nieprzech.

verzagen

versagen

verzagen

de moed verliezen

ver·ˈzer·ren² CZ. cz. zwr. (sich verziehen)

verzerren

vervormen

verzerren

veranderen

ver·ˈzie·ren CZ. cz. przech.

verzieren

versieren

verzieren

opsieren

verzieren

tooien

eine Torte verzieren

een taart garneren

ver·ˈzeh·ren¹ CZ. cz. przech.

1. verzehren podn. (essen):

verzehren

(op)eten

verzehren

consumeren

verzehren

gebruiken

2. verzehren (für den Verzehr ausgeben):

verzehren

verteren

verzehren

aan eten en drinken uitgeven

3. verzehren (verbrauchen):

verzehren

verteren

verzehren

slopen

verzehren

uitputten

Ver·ˈzü·ckung <Verzückung, Verzückungen> [-ˈ͜tsʏkʊŋ] RZ. r.ż. podn.

Verzückung

extase

Verzückung

geestesvervoering