W Twojej przeglądarce jest wyłączona obsługa JavaScript. Jeśli obsługa JavaScript zostanie uaktywniona, będziesz miał możliwość korzystania z Trenera słownictwa PONS i innych funkcji.

niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „onderlosser“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników

on·der·lo·pen: czasownik
on·der·leg·ger: rzeczownik
on·der·tus·sen: przysłówek
on·der·la·ken: rzeczownik
on·der·lig·gen: czasownik
on·der·door: przysłówek
on·der·lip: rzeczownik
on·der·legd: przymiotnik i przysłówek
on·der·lijf: rzeczownik
on·der·laag: rzeczownik
on·der·ling: przymiotnik i przysłówek
on·der·langs: przysłówek
on·der·weg: przysłówek
on·der·rok: rzeczownik
on·der·been: rzeczownik
on·der·deel: rzeczownik
on·der·houd: rzeczownik
on·der·huur: rzeczownik

Widzisz podobne wyniki: ondertussen , onderlegger , onderlopen , onderdoor , onderliggen , onderlaken , onderhuur , onderhoud , onderdeel , onderbeen , onderrok , onderweg , onderlangs , onderling , onderlaag , onderlijf , onderlegd i onderlip

on·der·lo·pen <liep onder, i. ondergelopen> [ɔndərlopə(n)] CZ. cz. nieprzech.

überschwemmt werden

on·der·leg·ger <onderlegger|s> [ɔndərlɛɣər] RZ. r.m.

1. onderlegger:

onderlegger (onderligger)

Unterlage r.ż.

onderlegger (bij schrijven)

Schreibunterlage r.ż.

2. onderlegger (balk):

onderlegger

Träger r.m.

3. onderlegger (deken onder onderlaken):

onderlegger

Unterlage r.ż. aus Molton

on·der·tus·sen [ɔndərtʏsə(n)] PRZYSŁ.

1. ondertussen:

ondertussen (intussen)

ondertussen (in die tussentijd)

ondertussen (in die tussentijd)

2. ondertussen:

ondertussen (met dat al)

dabei

ondertussen (niettemin)

on·der·la·ken <onderlaken|s> [ɔndərlakə(n)] RZ. r.n.

Betttuch r.n.

Bettlaken r.n.

on·der·lig·gen <lag onder, h. ondergelegen> [ɔndərlɪɣə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. onderliggen (beneden liggen):

onderliggen

2. onderliggen (onder iem liggen):

onderliggen

de onderliggende partij przen.

die unterlegene Partei

3. onderliggen (voor iem onderdoen):

onderliggen

(jdm) unterlegen sein

on·der·door [ɔndərdor] PRZYSŁ.

unter +C. hindurch

hij ging er onderdoor przen.

er ging daran zugrunde

hij liep er onderdoor

er lief darunter hindurch

on·der·lip <onderlip|pen> [ɔndərlɪp] RZ. r.ż.

Unterlippe r.ż.

on·der·legd [ɔndərlɛxt] PRZYM.

onderlegd zijn in iets

in etw C. bewandert sein

on·der·lijf <onder|lijven> [ɔndərlɛif] RZ. r.n.

1. onderlijf (onderlichaam):

Unterkörper r.m.

2. onderlijf (onderbuik):

Unterleib r.m.

on·der·laag <onder|lagen> [ɔndərlax] RZ. r.ż.

1. onderlaag:

onderlaag (benedenlaag)

untere Schicht r.ż.

onderlaag (sociaal)

Unterschicht r.ż.

2. onderlaag (laag, voorwerp waarop iets rust):

Unterlage r.ż.

on·der·ling [ɔndərlɪŋ] PRZYM.

on·der·langs [ɔndərlɑŋs] PRZYSŁ.

on·der·weg [ɔndərwɛx] PRZYSŁ.

on·der·rok <onderrok|ken> [ɔndərɔk] RZ. r.m.

Unterrock r.m.

on·der·been <onder|benen> [ɔndərben] RZ. r.n.

Unterschenkel r.m.

on·der·deel <onder|delen> [ɔndərdel] RZ. r.n.

Teil r.n.

Bestandteil r.m.

onderdeel (reparaties)

Ersatzteil r.n.

onderdeel (machine)

Zubehörteil r.n.

onderdeel mil.

Einheit r.ż.

onderdeel (fractie)

Bruchteil r.m.

on·der·houd [ɔndərhɑut] RZ. r.n. geen l.mn.

1. onderhoud (verzorging, voeding):

Unterhalt r.m.

Versorgung r.ż.

het onderhoud van de troepen

die Versorgung der Truppen

2. onderhoud:

onderhoud (het in goede staat houden)

Instandhaltung r.ż.

onderhoud (machine)

Wartung r.ż.

onderhoud (tuin)

Pflege r.ż.

het onderhoud van de computer

die Wartung des Computers

in goede staat van onderhoud

in gutem Zustand

3. onderhoud (kost):

Lebensunterhalt r.m.

in zijn onderhoud voorzien

seinen Lebensunterhalt bestreiten

het recht op onderhoud

der Unterhaltsanspruch

4. onderhoud (gesprek):

Gespräch r.n.

Unterredung r.ż. form.

on·der·huur [ɔndərhyr] RZ. r.ż. geen l.mn.

Untermiete r.ż.

in onderhuur wonen

in [o. zur] Untermiete wohnen

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski