niderlandzko » niemiecki
Widzisz podobne wyniki: bescheiden , gescheiden , beschoeien , beschijnen , onbescheiden , beschermster , beschermheer , beschermen , beschermer i bescheid

be·schei·den <bescheiden, bescheidener, bescheidenst> [bəsxɛidə(n)] PRZYM.

1. bescheiden (niet aanmatigend):

bescheiden
bescheiden
bescheiden
anspruchslos

ge·schei·den [ɣəsxɛidə(n)] PRZYM.

2. gescheiden (niet meer gehuwd):

gescheiden
geschieden

be·scheid [bəsxɛit] RZ. r.n. geen l.mn.

1. bescheid (geschreven stuk):

bescheid
Schriftstück r.n.
bescheid
Akte r.ż.
bescheid
Dokument r.n.
bescheid
Unterlagen l.mn.

2. bescheid (antwoord):

bescheid
Antwort r.ż.
bescheid
Bescheid r.m.

be·scher·mer <beschermer|s> [bəsxɛrmər] RZ. r.m.

1. beschermer (behoeder):

beschermer
Beschützer r.m.

2. beschermer (begunstiger):

beschermer
Gönner r.m.
beschermer
Förderer r.m.

be·scher·men <beschermde, h. beschermd> [bəsxɛrmə(n)] CZ. cz. przech.

2. beschermen (bevorderen):

beschermen
fördern
de kunst beschermen
die Kunst fördern

be·scherm·heer <bescherm|heren> [bəsxɛrmher] RZ. r.m.

1. beschermheer (beschermer):

beschermheer
Gönner r.m.
beschermheer
Förderer r.m.
beschermheer
Beschützer r.m.

2. beschermheer (eretitel):

beschermheer
Schirmherr r.m.

be·scherm·ster RZ. r.ż.

beschermster forma żeńska od beschermer

Zobacz też beschermer

be·scher·mer <beschermer|s> [bəsxɛrmər] RZ. r.m.

1. beschermer (behoeder):

beschermer
Beschützer r.m.

2. beschermer (begunstiger):

beschermer
Gönner r.m.
beschermer
Förderer r.m.

on·be·schei·den [ɔmbəsxɛidə(n)] PRZYM.

be·schij·nen <bescheen, h. beschenen> [bəsxɛinə(n)] CZ. cz. przech.

be·schoei·en <beschoeide, h. beschoeid> [bəsxujə(n)] CZ. cz. przech.

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne