niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „erbij“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

er·bij [ɛrbɛi] PRZYSŁ.

1. erbij (aanwezig):

erbij
een huis met een tuin erbij

2. erbij (tot het genoemde, bedoelde):

erbij
erbij
erbij
erbij
ik blijf erbij dat
zout erbij doen
erbij halen/erbij horen
hoe kom je erbij? przen.
het erbij laten
het erbij laten
je bent erbij pot.

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski