Tłumaczenia dla hasła „men“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

men [mɛn] ZAIM. nieokr. zaim.

men

man

men zou zeggen dat je nog niets hebt geleerd!

man könnte meinen, dass du noch nichts gelernt hast!

Przykładowe zdania ze słowem men

samenvattend kan men constateren …

zusammenfassend lässt sich feststellen, …

men zou menen (dat ...)

man sollte meinen, (dass ...)

doen alsof men slaapt

sich schlafend stellen

men kan nooit weten

man kann nie wissen

al doende leert men

Übung macht den Meister

zodoende bespaart men kolen

so kann man Kohle sparen pot.

zoveel als men wil

so viel, wie man will

men is ertoe overgegaan, om …

man ist dazu übergegangen, …

daaruit kan men afleiden dat …

daraus kann man schließen, dass …

men geeft hem na dat …

man sagt ihm nach, dass …

hieruit kan men concluderen, dat …

daraus kann man schließen, dass …

naar men wil

wie man möchte

naar men zegt

angeblich

werken tot men erbij neervalt

arbeiten bis zum Umfallen

schreeuwen voordat men geslagen wordt przen.

schon im Voraus jammern

anders uitpakken dan men hoopte

anders kommen, als man gehofft hatte

men heeft u redelijk behandeld

man hat Sie anständig behandelt

men kan zijn botten tellen

man kann bei ihm die Rippen zählen

eten tot men verzadigd is

sich satt essen

men zag hem nooit weerom

man sah ihn niemals wieder