Tłumaczenia dla hasła „zou“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

zou CZ.

zou 3. os. l.poj. cz. prz. van zullen

Zobacz też zullen , zullen , zullen

zul·len³ <zou> [zʏlə(n)] CZ. cz. nieprzech.

zullen

sollen

wat zou dat?

was soll das?

zul·len² <zou> [zʏlə(n)] CZ. mod cz. pos.

zullen

sollen

zou je niet eens naar bed gaan?

solltest du nicht allmählich ins Bett gehen?

het zal je gebeuren!

stell dir das mal vor!

het zou wat

na, und?

je zult dat laten

du sollst das lassen

men zou menen (dat ...)

man sollte meinen, (dass ...)

hij zou zijn ouders niet meer terugzien

er sollte seine Eltern nicht wiedersehen

de trein zou juist vertrekken

der Zug sollte gerade abfahren

dat zal wel

das mag sein

dat zal wel

ah ja?

het zal je kind maar wezen! iron.

≈ mit so einem Kind hat man aber wirklich Glück!

wie zou daar wonen?

wer mag dort wohnen?

wij zouden om 9 uur bij het station zijn (afspraak)

wir sollten um 9 Uhr am Bahnhof sein

zul·len¹ <zou> [zʏlə(n)] CZ. cz. pos.

1. zullen (ter vorming van de toekomende tijd):

zullen

werden

je zult er eens spijt van hebben

das wird dir noch leidtun

(als bedreiging) wacht maar, ik zal je!

na, warte! dich werde ich schon noch kriegen!

ik zal eens kijken

ich will mal sehen

ik heb beloofd te zullen komen

ich habe versprochen zu kommen

dat zul je nu altijd zien!

es ist immer (wieder) dasselbe!

2. zullen (ter vorming van de conditionalis):

zullen

würden

zou je denken?

meinst du?

ik zou het doen

ich würde es tun

zou je ze niet?

ich könnte sie ohrfeigen!

Przykładowe zdania ze słowem zou

ik zou willen dat …

ich möchte, …

men zou menen (dat ...)

man sollte meinen, (dass ...)

dat zou ik denken!

das will ich meinen!

dat zou gemakkelijk kunnen

das wäre durchaus möglich

ik zou het doen

ich würde es tun

zou je ze niet?

ich könnte sie ohrfeigen!

ik zou hetzelfde doen

ich würde dasselbe tun

wat zou daarachter steken?

was mag (wohl) dahinter stecken?

wie zou daar wonen?

wer mag dort wohnen?

wat zou dat?

na, und?

het zou kunnen (waarschijnlijk)

es könnte sein, es wäre (schon) möglich

zou je denken?

meinst du?

het zou wat

na, und?

wie zou dat gedroomd hebben?

wer hätte sich das träumen lassen?

dat zou je wel willen!

das könnte dir so passen!

dat zou te ver voeren

das würde zu weit führen

ik zou het niet weten

ich habe keine Ahnung

dat zou best eens kunnen

das ist gut möglich