Tłumaczenia dla hasła „finanzielles“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

fi·nan·ci·eel [finɑnʃel] PRZYM.

financieel

finanziell

financieel

Finanz-

financieel

Geld-

de financiële rekenkunde

das Zinseszinsrechnen

fi·nan·cie·ren <financierde, h. gefinancierd> [finɑnsirə(n)] CZ. cz. przech.

financieren

finanzieren

fi·nan·cier <financier|s> [finɑnsir] RZ. r.m.

1. financier (het beheer van geld):

financier

Finanzverwalter r.m.

hij is een goed financier

er kann gut mit Geld umgehen

2. financier (het verschaffen van geld):

financier

Finanzier r.m.

fi·nan·cie·ring [finɑnsirɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

financiering

Finanzierung r.ż.

externe financiering

Außenfinanzierung r.ż.

fi·nan·ci·ën [finɑnsijə(n)] RZ. l.mn.

financiën

Finanzen l.mn.

het departement van Financiën

das Finanzministerium

de minister van Financiën

der Finanzminister

mijn financiën raken uitgeput

meine finanziellen Mittel sind allmählich erschöpft

fi·na·lis·te RZ. r.ż.

finaliste forma żeńska od finalist

Zobacz też finalist

fi·na·list <finalist|en> [finalɪst] RZ. r.m.

finalist

Finalist r.m.

fi·na·le <finale|s> [finalə] RZ. r.ż.

1. finale muz.:

finale

Finale r.n.

2. finale SPORT:

finale

Finale r.n.

finale

Endspiel r.n.

finale (laatste ronde)

Endrunde r.ż.

in de finale zitten

im Finale stehen

dit elftal speelt de finale

diese Mannschaft bestreitet das Finale

mu·ziek·les <muziekles|sen> [myziklɛs] RZ. r.ż.

muziekles

Musikunterricht r.m.

muziekles

Musikstunde r.ż.