Tłumaczenia dla hasła „geheiligtes“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

hei·li·gen <heiligde, h. geheiligd> [hɛiləɣə(n)] CZ. cz. przech.

heiligen

heiligen

ge·heu·gen <geheugen|s> [ɣəhøɣə(n)] RZ. r.n.

1. geheugen (herinneringsvermogen):

geheugen

Gedächtnis r.n.

geheugen

Erinnerungsvermögen r.n. form.

een geheugen als een zeef

ein Gedächtnis wie ein Sieb

een sterk/zwak geheugen

ein gutes/schlechtes Gedächtnis

mijn geheugen laat me (niet) in de steek

mein Gedächtnis lässt mich (nicht) im Stich

2. geheugen (geest als bewaarplaats van herinneringen):

geheugen

Gedächtnis r.n.

geheugen

Erinnerung r.ż.

een gat [o. lacune] in het geheugen

eine Gedächtnislücke

zich iets in het geheugen prenten

sich C. etw einprägen

dat ligt nog vers in mijn geheugen

das ist mir noch gut in Erinnerung

iems geheugen opfrissen

jds Gedächtnis auffrischen

iets/iem uit zijn geheugen bannen

etw/jdn aus seiner Erinnerung streichen

3. geheugen:

geheugen comput., techn.

Speicher r.m.

geheugen comput., techn.

Datenspeicher r.m.

ge·he·mel·te <gehemelte|n, gehemelte|s> [ɣəheməltə] RZ. r.n.

gehemelte

Gaumen r.m.

een gespleten gehemelte med.

eine Gaumenspalte

hei·lig·dom <heiligdom|men> [hɛiləɣdɔm] RZ. r.n.

heiligdom

Heiligtum r.n.

hei·lig·heid [hɛiləxhɛit] RZ. r.ż. geen l.mn.

heiligheid

Heiligkeit r.ż.

ijs·hei·li·ge <ijsheilige|n> [ɛɪshɛɪləɣə] RZ. r.m. en r.ż.

ijsheilige

Eisheilige(r) r.ż. (r.m.) meist l.mn.

ge·heim·hou·den <hield geheim, h. geheimgehouden> [ɣəhɛimhɑudə(n)] CZ. cz. przech.

geheimhouden

geheim halten

iets voor iem geheimhouden

etw vor jdm geheim halten

ge·heim·zin·nig <geheimzinnige, geheimzinniger, geheimzinnigst> [ɣəhɛimzɪnəx] PRZYM.

geheimzinnig

geheimnisvoll

erg geheimzinnig doen

sehr geheimnisvoll tun

een geheimzinnig eiland

eine geheimnisumwobene Insel

een geheimzinnige kwaal

ein rätselhaftes Leiden

een geheimzinnig oord

ein geheimnisvoller Ort

ge·heim·zin·nig·heid <geheimzinnig|heden> [ɣəhɛimzɪnəxhɛit] RZ. r.ż.

1. geheimzinnigheid (het heimelijk te werk gaan):

geheimzinnigheid

Heimlichkeit r.ż.

2. geheimzinnigheid (raadselachtigheid):

geheimzinnigheid

Rätselhaftigkeit r.ż.