Tłumaczenia dla hasła „noodvoorraad“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

mond·voor·raad [mɔntforat] RZ. r.m. geen l.mn.

mondvoorraad

Mundvorrat r.m.

mondvoorraad

Proviant r.m.

voor·raad <voor|raden> [vorat] RZ. r.m.

voorraad

Vorrat r.m.

de voorraad aanvullen ook econ.

die Bestände auffüllen

we zijn door onze voorraad heen

wir haben unsere Vorräte verbraucht

ijzeren voorraad

eiserne(r) Bestand r.m.

ijzeren voorraad

Mindestbestand r.m.

niet meer in voorraad zijn

nicht mehr vorrätig [o. auf Lager] sein

voorraad inslaan voor de winter

einen Wintervorrat anlegen

zolang de voorraad strekt

solange der Vorrat reicht

uit voorraad leverbaar

aus Vorrat lieferbar

nood·ver·band <noodverband|en> [notfərbɑnt] RZ. r.n.

1. noodverband (voorlopig verband):

noodverband

Notverband r.m.

2. noodverband (voorlopige maatregel):

noodverband

Notmaßnahme r.ż.

noodverband

Behelfsmaßnahme r.ż.

win·kel·voor·raad <winkel|voorraden> [wɪŋkəlvorat] RZ. r.m.

winkelvoorraad

Lagervorrat r.m.

goe·de·ren·voor·raad [ɣudərə(n)vorat] RZ. r.m. geen l.mn.

goederenvoorraad

Warenbestand r.m.