niderlandzko » niemiecki

ver·ont·schul·di·gen1 <verontschuldigde, h. verontschuldigd> [vərɔntsxʏldəɣə(n)] CZ. cz. przech. (van schuld vrijspreken)

verontschuldigen

ver·ont·schul·di·gen2 <verontschuldigde zich, h. zich verontschuldigd> [vərɔntsxʏldəɣə(n)] CZ. wk ww

verontschuldigen zich verontschuldigen (excuses aanbieden):

verontschuldigen
zich laten verontschuldigen
zich bij iem verontschuldigen voor iets
zich bij iem verontschuldigen voor iets

Przykładowe zdania ze słowem verontschuldigen

zich laten verontschuldigen
zich bij iem verontschuldigen voor iets
ik voel mij niet gedrongen mij te verontschuldigen

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski