Tłumaczenia dla hasła „abortieren“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

abon·ˈnie·ren [abɔˈniːrən] CZ. cz. przech.

abonnieren

zich abonneren

eine Konzertreihe abonnieren

een abonnement nemen op een reeks concerten

eine Zeitung abonnieren

zich op een krant abonneren

sor·ˈtie·ren [zɔrˈtiːren] CZ. cz. przech. ((ein)ordnen)

sortieren

sorteren

sa·bo·ˈtie·ren [zaboˈtiːrən] CZ. cz. przech.

sabotieren

saboteren

ˈaus·sor·tie·ren CZ. cz. przech.

aussortieren

uitsorteren

aussortieren

uitzoeken

amor·ti·ˈsie·ren² [amɔrtiˈziːrən] CZ. cz. zwr. GOSP.

amortisieren

renderen

amortisieren

rendabel zijn

die Investitionen haben sich amortisiert

de investeringen hebben gerendeerd

de·por·ˈtie·ren [depɔrˈtiːrən] CZ. cz. przech.

deportieren

deporteren

im·por·ˈtie·ren [ɪmpɔrˈtiːrən] CZ. cz. przech.

importieren

importeren

importieren

invoeren

es·kor·ˈtie·ren [ɛskɔrˈtiːrən] CZ. cz. przech. WOJSK.

eskortieren

(gewapend) begeleiden [o. escorteren]

ex·por·ˈtie·ren [ɛkspɔrˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech.

exportieren

exporteren

exportieren

uitvoeren

pu·ber·ˈtie·ren [-ˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech. podn.

pubertieren

in de puberteit komen [o. zijn]

kar·ˈtie·ren [karˈtiːrən] CZ. cz. przech. GEOG.

kartieren

karteren

kartieren

in kaart brengen

am·ˈtie·ren [amˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech.

1. amtieren (ein Amt innehaben):

amtieren

een ambt uitoefenen [o. bekleden] [o. vervullen]

amtieren

in functie zijn

als Direktor amtieren

het ambt van directeur uitoefenen

2. amtieren (fungieren):

amtieren

een ambt waarnemen

amtieren

fungeren

der amtierende Ministerpräsident

de waarnemende minister-president [o. eerste minister]

res·sor·ˈtie·ren [rɛsɔrˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech. podn.

ressortieren

ressorteren

kol·por·ˈtie·ren [kɔlpɔrˈtiːrən] CZ. cz. przech. podn.

kolportieren

colporteren

trans·por·ˈtie·ren [transpɔrˈtiːrən] CZ. cz. przech.

transportieren FOTO, TECHNOL. (Person: befördern)

transporteren

transportieren FOTO, TECHNOL. (Person: befördern)

vervoeren

de·ser·ˈtie·ren [dezɛrˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech.

desertieren

deserteren

zum Feind desertieren

naar de vijand overlopen

ˈab·trans·por·tie·ren CZ. cz. przech.

abtransportieren

afvoeren

abtransportieren

wegvoeren

ˈaus·quar·tie·ren CZ. cz. przech.

ausquartieren

elders onderbrengen

kol·la·bo·ˈrie·ren [kɔlaboˈriːrən] CZ. cz. nieprzech. pej.

kollaborieren

collaboreren

ˈab·ord·nen CZ. cz. przech.

abordnen

afvaardigen

jdn nach Genf/zu einer Konferenz abordnen

iem naar Genève/naar een conferentie afvaardigen

Przykłady jednojęzyczne (niezredagowane i niesprawdzone przez PONS)

niemiecki

Sie können bis zu dreimal hintereinander abortieren.

de.wikipedia.org

Die Übertragung erfolgt vor allem beim Deckakt, selten peroral durch Aufnahme von Urin, Plazenten und abortierten Welpen.

de.wikipedia.org

Histopathologische Untersuchungen von Dünndarm, Lunge, Niere, Lymphknoten und Milz sowie Kleinhirn von abortierten Feten können Klärung bringen.

de.wikipedia.org