niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „kaart“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

kaart <kaart|en> [kart] RZ. r.ż.

2. kaart (toebedeelde speelkaarten):

kaart
Karte r.ż.
kaart
Blatt r.n.
dat is doorgestoken kaart przen.
das ist ein abgekartetes Spiel
geen haalbare kaart przen.
eine aussichtslose Sache
open kaart spelen przen.
mit offenen Karten spielen

3. kaart:

kaart (stuk met gegevens)
Karte r.ż.
kaart (cartotheek)
Karteikarte r.ż.
grafische kaart comput.
Grafikkarte r.ż.
de rode kaart
der Feldverweis
mag ik de kaart van u? kookk.
könnten Sie mir (bitte) die Karte bringen?

4. kaart:

kaart (toegangskaart)
Karte r.ż.
kaart (verkehr)
Fahrkarte r.ż.

5. kaart (ansichtkaart):

kaart
Karte r.ż.

Przykładowe zdania ze słowem kaart

grafische kaart comput.
Grafikkarte r.ż.
doorgestoken kaart
eine abgekartete Sache
(iem) de kaart leggen przen.
(jdm) die Karten legen
dat is doorgestoken kaart przen.
das ist ein abgekartetes Spiel
van de kaart zijn
durcheinander [o. aus der Fassung] sein
iem de kaart leggen
jdm die Karten legen
een kaart omleggen
eine Karte umdrehen
de kaart geven
die Karten verteilen
een partijtje kaart
eine Partie [o. Runde] Karten
de rode kaart
der Feldverweis
een blinde kaart
eine stumme Karte
in kaart brengen
kartieren
een kaart trekken
eine Karte ziehen
open kaart spelen przen.
mit offenen Karten spielen
geen haalbare kaart przen.
eine aussichtslose Sache
zijn kaart overspelen pol.
zu hoch pokern
de gele kaart SPORT
die gelbe Karte
kaart/schaak spelen
Karten/Schach spielen

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne