Tłumaczenia dla hasła „deegbal“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ver·ˈbal [vɛrˈbaːl] PRZYM.

1. verbal podn. (mithilfe von Worten):

verbal

verbaal

verbal

mondeling

2. verbal JĘZ.:

verbal

verbaal

verbal

werkwoordelijk

den·ˈtal [dɛnˈtaːl] PRZYM.

1. dental MED.:

dental

dentaal

dental

de tanden betreffend

2. dental JĘZ.:

dental

dentaal

de·zi·ˈmal [-ˈmaːl] PRZYM.

dezimal

decimaal

dezimal

tiendelig

ˈdehn·bar [ˈdeːnbaːɐ̯] PRZYM.

1. dehnbar (flexibel):

dehnbar

rekbaar

dehnbar

elastisch

2. dehnbar (interpretierbar):

dehnbar

rekbaar

dehnbar

vaag

ˈdenk·bar¹ [ˈdɛŋkbaːɐ̯] PRZYM.

denkbar

denkbaar

denkbar

voorstelbaar

eine denkbare Lösung

een mogelijke oplossing

ˈdeut·bar [ˈd͜ɔytbaːɐ̯] PRZYM.

deutbar

verklaarbaar

eˈgal [eˈgaːl] PRZYM.

1. egal pot. (gleich):

egal

om het even

egal

onverschillig

das ist mir egal

dat kan mij niets schelen

2. egal reg. pot. (ständig):

egal

egaal

egal

gelijkmatig

le·ˈgal [leˈgaːl] PRZYM.

legal

legaal

legal

wettig

Re·ˈgal¹ <Regals, Regale> [reˈgaːl] RZ. r.n.

1. Regal:

Regal

rek r.n.

Regal

stelling

Regal

(boeken)plank

Regal (im Laden, Geschäft)

schap

2. Regal MUZ.:

Regal

regaal r.n.

Regal

orgelregister