Tłumaczenia dla hasła „embetierend“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ve·ge·ˈtie·ren [vegeˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech.

vegetieren

vegeteren

ar·re·ˈtie·ren [areˈtiːrən] CZ. cz. przech. TECHNOL.

arretieren (feststellen)

vastzetten

arretieren (feststellen)

(ver)grendelen

die Waage arretieren

de weegschaal vastzetten

fi·le·ˈtie·ren [fileˈtiːrən] CZ. cz. przech. GASTR.

filetieren

fileren

re·pe·ˈtie·ren [-ˈtiːrən] CZ. cz. przech. podn.

repetieren

repeteren

de·kre·ˈtie·ren [dekreˈtiːrən] CZ. cz. przech.

dekretieren

decreteren

dekretieren

verordenen

dekretieren

voorschrijven

se·kre·ˈtie·ren [-ˈtiːrən] CZ. cz. przech.

1. sekretieren podn.:

sekretieren

afsluiten

sekretieren

wegsluiten

2. sekretieren:

sekretieren BIOL., MED.

afscheiden

sekretieren BIOL., MED.

uitscheiden

gra·ˈvie·rend [graˈviːrənt] PRZYM.

1. gravierend (belastend):

gravierend

belastend

gravierend

verzwarend

2. gravierend (ernsthaft):

gravierend

ernstig

gravierend

zwaarwegend

ver·ˈhee·rend [fɛɐ̯ˈheːrənt] PRZYM.

1. verheerend (verwüstend, vernichtend):

verheerend

verwoestend

verheerend

vernietigend

verheerende Auswirkungen [o. Folgen ]

verschrikkelijke gevolgen

2. verheerend pot. (scheußlich):

verheerend

afschuwelijk

verheerend

onmogelijk

du siehst in dem Kleid verheerend aus

je ziet er in die jurk onmogelijk uit

du siehst in dem Kleid verheerend aus

je jurk is om op te schieten

bud·ge·ˈtie·ren [bʏʤeˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech.

budgetieren

begroten

budgetieren

budgetteren

budgetieren

de begroting opmaken

em·ˈpö·rend [ɛmˈpøːrənt] PRZYM.

empörend

stuitend

empörend

schandelijk

empörend

tenhemelschreiend