Tłumaczenia dla hasła „gaslek“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈGas·werk RZ. r.n.

Gaswerk

gasfabriek

Gaswerk

gasbedrijf r.n.

die städtischen Gaswerke

het gemeentelijk gasbedrijf

ˈGas·se <Gasse, Gassen> [ˈgasə] RZ. r.ż.

1. Gasse (schmale Straße):

Gasse

steeg

Gasse

straatje

das war auf allen Gassen zu hören pej.

dat was van alle kanten [o. overal] te horen

2. Gasse (Durchgang):

Gasse

doorgang

Gasse

haag

eine Gasse bilden

een haag vormen

3. Gasse austr. (Straße):

Gasse

straat

4. Gasse SPORT:

Gasse

opening

5. Gasse (Kegeln):

Gasse

poort

6. Gasse (Rugby):

Gasse

line-out

ˈGal·le <Galle, Gallen> [ˈgalə] RZ. r.ż. (Gallenflüssigkeit, Gallenblase)

Galle

gal ook fig.

die Galle kommt ihm hoch przen.

de gal komt bij hem boven [o. loopt hem over]

die Galle kommt ihm hoch przen.

hij wordt nijdig [o. razend]

Gift und Galle spucken

zijn gal (uit)spuwen [o. uitbraken]

Gift und Galle spucken

gif en gal spuwen

die Galle läuft ihm über przen.

de gal komt bij hem boven [o. loopt hem over]

die Galle läuft ihm über przen.

hij wordt nijdig [o. razend]