Tłumaczenia dla hasła „herniedersteigen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

er·ˈnie·dri·gen [ɛɐ̯ˈniːdrɪgn̩] CZ. cz. przech.

1. erniedrigen (demütigen):

erniedrigen

vernederen

erniedrigen

kleineren

2. erniedrigen selten (herabsetzen):

erniedrigen

lager maken

erniedrigen

verlagen

über·ˈstei·gen² CZ. cz. przech. niereg.

1. übersteigen (klettern über):

übersteigen

klimmen over(heen)

2. übersteigen przen. (hinausgehen über):

übersteigen

te boven gaan

übersteigen

overtreffen

übersteigen

uitgaan boven

alles [o. jedes] Maß übersteigen

alle perken te buiten gaan

em·ˈpor·stei·gen CZ. cz. nieprzech.

1. emporsteigen podn. (hinaufsteigen):

emporsteigen

opstijgen

emporsteigen

opklimmen

emporsteigen

omhoogklimmen

2. emporsteigen podn. (Karriere machen):

emporsteigen

opklimmen

emporsteigen

carrière maken

ˈein·stei·gen CZ. cz. nieprzech.

1. einsteigen (ins Fahrzeug):

einsteigen

instappen

einsteigen

stappen in

2. einsteigen (hineinklettern):

einsteigen

naar binnen klimmen

3. einsteigen przen. pot. (sich engagieren):

einsteigen

meedoen aan

in die Firma einsteigen

tot de firma toetreden

4. einsteigen SPORT:

einsteigen

hard [o. grof] aanvallen

ent·ˈstei·gen [-ˈʃt͜aign̩] CZ. cz. nieprzech.

1. entsteigen podn. (aussteigen):

entsteigen

uitstappen

entsteigen

uitstijgen

2. entsteigen podn. (aufsteigen):

entsteigen

opstijgen uit

ˈBerg·stei·gen RZ. r.n.

Bergsteigen

het bergbeklimmen

Bergsteigen

alpinisme r.n.