Tłumaczenia dla hasła „mutaties“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

Mu·ta·ti·ˈon <Mutation, Mutationen> [mutaˈ͜tsi̯oːn] RZ. r.ż. BIOL.

Mutation

mutatie

Am·pu·ta·ti·ˈon <Amputation, Amputationen> [amputaˈ͜tsi̯oːn] RZ. r.ż.

Amputation

afzetting

Amputation

amputatie

eine Amputation des Armes vornehmen

een arm amputeren

ˈGen·mu·ta·ti·on RZ. r.ż.

Genmutation

genetische mutatie

kom·mu·ta·ˈtiv [kɔmutaˈtiːf] PRZYM.

kommutativ JĘZ., MAT.

commutatief

kommutativ JĘZ., MAT.

verwisselbaar

kommutativ JĘZ., MAT.

omkeerbaar

mu·ˈtie·ren [muˈtiːrən] CZ. cz. nieprzech. BIOL.

mutieren

muteren

Re·pu·ta·ti·ˈon <Reputation> [reputaˈ͜tsi̯oːn] RZ. r.ż. kein l.mn. podn.

Reputation

reputatie

Reputation

(goede) naam

ˈmu·tig [ˈmuːtiç] PRZYM.

mutig

dapper

mutig

moedig

dem Mutigen gehört die Welt przysł.

het geluk helpt de dapperen

dem Mutigen gehört die Welt przysł.

wie waagt, wint

ˈmut·los [ˈmuːtloːs] PRZYM.

mutlos

ontmoedigd

mutlos

moedeloos

ˈMut·ter¹ <Mutter, Mütter> [ˈmʊtɐ, ˈmʏtɐ] RZ. r.ż.

1. Mutter:

Mutter

moeder

ich fühle mich wie bei Muttern pot.

ik voel me als bij moeder thuis

sie ist ganz die Mutter

zij is sprekend [o. precies] haar moeder

eine werdende Mutter

een aanstaande moeder

wie eine Mutter zu jdm sein

als een moeder voor iem zijn

2. Mutter TECHNOL. (in der Plattenproduktion):

Mutter

moedervorm

Mutter

matrijs

ˈMut·ti <Mutti, Muttis> [ˈmʊti] RZ. r.ż. pot.

Mutti

mammie

Mutti

mams

ˈmut·ma·ßen CZ. cz. przech.

mutmaßen

vermoeden

mutmaßen

gissen

ˈmut·maß·lich [-maːslɪç] PRZYM.

mutmaßlich

vermoedelijk

mutmaßlich

waarschijnlijk