Tłumaczenia dla hasła „voorgebonden“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ge·ˈbun·den [gəˈbʊndn̩] CZ.

gebunden im. cz. przeszł. von binden

Zobacz też binden

ˈbin·den <band, gebunden> [ˈbɪndn̩] CZ. cz. przech.

binden

binden

eine Krawatte binden

een das strikken

gebundene Preise

vastgestelde prijzen

gebundene Rede

gebonden stijl [o. poëzie]

die Suppe binden

de soep binden

Blumen zu einem Kranz/Strauß binden

van bloemen een krans/boeket maken

ˈun·ge·bun·den PRZYM.

ungebunden

ongebonden

ungebunden (zügellos)

losbandig

in ungebundener Rede LIT.

in proza

ˈerd·ge·bun·den PRZYM.

erdgebunden

met de aarde verbonden

erdgebunden

aards

sai·ˈson·ge·bun·den PRZYM.

saisongebunden

afhankelijk van het seizoen

ver·ˈtrags·ge·bun·den PRZYM.

vertragsgebunden

gebonden aan een verdrag [o. contract]

ge·ˈbor·gen [gəˈbɔrgn̩] CZ.

geborgen im. cz. przeszł. von bergen

Zobacz też bergen

ˈber·gen <birgt, barg, geborgen> [ˈbɛrgn̩] CZ. cz. przech.

1. bergen (in Sicherheit bringen):

bergen

bergen

2. bergen (Ernte, Heu: einbringen):

bergen

binnenhalen

3. bergen (enthalten):

bergen

inhouden

bergen

bevatten

bergen

in zich dragen

4. bergen podn. (verbergen):

bergen

verbergen

bergen

beschermen

bergen

bewaren

per·ˈso·nen·ge·bun·den PRZYM.

personengebunden

persoonsgebonden

personengebunden

individueel