Tłumaczenia dla hasła „zeiltuig“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈzei·tig [ˈ͜ts ͜aitɪç] PRZYM.

zeitig

vroeg(tijdig)

am zeitigen Abend

vroeg op de avond

ein zeitiger Frühling

een vroege lente

ˈZei·tung <Zeitung, Zeitungen> [ˈ͜ts ͜aitʊŋ] RZ. r.ż.

Zeitung

krant

eine Zeitung abonnieren

zich op een krant abonneren

eine Zeitung beziehen

op een krant geabonneerd zijn

ˈzeit·wei·lig¹ [ˈ͜ts ͜aitv͜ailɪç] PRZYM. (gelegentlich)

zeitweilig

tijdelijk

zeitweilig

voorlopig

er ist zeitweilig unzurechnungsfähig

hij is tijdelijk [o. bij tijd en wijle] ontoerekeningsvatbaar

ˈZei·sig <Zeisigs, Zeisige> [ˈ͜ts ͜aizɪç] RZ. r.m. BIOL.

Zeisig

sijsje r.n.

ˈzeit·los PRZYM.

zeitlos

tijdeloos

zeitlos

niet aan mode onderhevig

ˈzeit·nah, ˈzeit·na·he PRZYM.

zeitnah

hedendaags

zeitnah

bij de tijd