W Twojej przeglądarce jest wyłączona obsługa JavaScript. Jeśli obsługa JavaScript zostanie uaktywniona, będziesz miał możliwość korzystania z Trenera słownictwa PONS i innych funkcji.

niderlandzko » niemiecki

niderlandzki)

Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników

Widzisz podobne wyniki: duvels , rebels , hels , pels , els , jubel , deels , biels , jubelen , duivels i Bijbels

re·bels <rebelse, rebelser, meest rebels> [rəbɛls] PRZYM.

1. rebels (opstandig):

rebels

rebellisch

rebels

aufrührerisch

2. rebels:

rebels (kwaad)

wütend

rebels (verontwaardigd)

empört

du·vels

duvels skrót od duivels

Zobacz też duivels

dui·vels [dœyvəls] PRZYM.

1. duivels (als (van) een duivel):

duivels

teuflisch

duivels

satanisch form.

het duivels kabaal

der Höllenlärm

een duivels voornemen

ein teuflischer Plan

2. duivels (woedend):

duivels

wütend

duivels

fuchsteufelswild pot.

een duivelse kerel

ein Wüterich

een duivelse kerel (bewonderend)

ein Teufelskerl

biels <biels|en, bielzen> [bils] RZ. r.ż.

biels

Schwelle r.ż.

biels spoorw.

Bahnschwelle r.ż.

deels [dels] PRZYSŁ.

deels

teils

deels

teilweise

deels om die reden, deels om een andere

teils aus diesem, teils aus einem anderen Grund

ju·bel <jubel|s> [jybəl] RZ. r.m.

jubel

Jubel r.m.

in een luide jubel uitbarsten

in lauten Jubel ausbrechen

els¹ <elzen> [ɛls] RZ. r.ż. (gebogen priem)

els

Ahle r.ż.

pels <pelzen> [pɛls] RZ. r.m.

1. pels (vacht):

pels

Pelz r.m.

pels

Fell r.n.

2. pels (kledingstuk):

pels

Pelz r.m.

iem een luis in de pels zetten

jdm eine Laus in den Pelz setzen

hels [hɛls] PRZYM.

1. hels (uit, van, in de hel):

hels

höllisch

hels

Höllen-

een hels lawaai

ein Höllenlärm r.m. pot.

2. hels (woedend):

hels

fuchsteufelswild

Bij·bels [bɛibəls] PRZYM.

1. Bijbels (van de Bijbel):

Bijbels

biblisch

het Bijbelse land

das Heilige Land

2. Bijbels (altijd de Bijbel aanhalend):

Bijbels

≈ bibelfest

dui·vels [dœyvəls] PRZYM.

1. duivels (als (van) een duivel):

duivels

teuflisch

duivels

satanisch form.

het duivels kabaal

der Höllenlärm

een duivels voornemen

ein teuflischer Plan

2. duivels (woedend):

duivels

wütend

duivels

fuchsteufelswild pot.

een duivelse kerel

ein Wüterich

een duivelse kerel (bewonderend)

ein Teufelskerl

ju·be·len <jubelde, h. gejubeld> [jybələ(n)] CZ. cz. nieprzech.

jubelen

jubeln

jubelen

jauchzen

een jubelende menigte

eine jubelnde Menge

jubelen om iets/iem

etw/jdn bejubeln

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Tłumaczenia dla hasła „Übels“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

re·bels <rebelse, rebelser, meest rebels> [rəbɛls] PRZYM.

1. rebels (opstandig):

2. rebels:

du·vels

duvels skrót od duivels

Zobacz też duivels

dui·vels [dœyvəls] PRZYM.

1. duivels (als (van) een duivel):

2. duivels (woedend):

biels <biels|en, bielzen> [bils] RZ. r.ż.

deels [dels] PRZYSŁ.

ju·bel <jubel|s> [jybəl] RZ. r.m.

els1 <elzen> [ɛls] RZ. r.ż. (gebogen priem)

pels <pelzen> [pɛls] RZ. r.m.

1. pels (vacht):

2. pels (kledingstuk):

hels [hɛls] PRZYM.

1. hels (uit, van, in de hel):

2. hels (woedend):

Bij·bels [bɛibəls] PRZYM.

1. Bijbels (van de Bijbel):

2. Bijbels (altijd de Bijbel aanhalend):

dui·vels [dœyvəls] PRZYM.

1. duivels (als (van) een duivel):

2. duivels (woedend):

ju·be·len <jubelde, h. gejubeld> [jybələ(n)] CZ. cz. nieprzech.

Przeszukaj słownik

Linki do dodatkowych informacji z zewnątrz

Komentarze i uwagi

Trener słownictwa

Synonyms

Moja historia wyszukiwania

els¹ <elzen> [ɛls] RZ. r.ż. (gebogen priem)