niderlandzko » niemiecki

berg·ke·ten <bergketen|s> [bɛrxketə(n)] RZ. r.ż.

ver·be·ten <verbeten, verbetener, verbetenst> [vərbetə(n)] PRZYM.

1. verbeten (ingehouden):

ver·ge·ten1 <vergat zich, h. zich vergeten> [vərɣetə(n)] CZ. wk ww

vergeten zich vergeten (buiten zichzelf raken):

be·boe·ten <beboette, h. beboet> [bəbutə(n)] CZ. cz. przech.

be·gie·ten <begoot, h. begoten> [bəɣitə(n)] CZ. cz. przech.

ge·sle·ten CZ.

gesleten volt. deelw. van slijten

Zobacz też slijten , slijten

slij·ten2 <sleet, h./i. gesleten> [slɛitə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. slijten (minder worden in massa, sterkte of bruikbaarheid):


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski