Tłumaczenia dla hasła „Experten“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ex·pert <expert|s> [ɛkspɛːr] RZ. r.m.

expert

Experte r.m.

expert

Sachverständige(r) r.m.

expert (die een rapport uitbrengt)

Gutachter r.m.

een expert erbij halen

einen Sachverständigen hinzuziehen

ex·pe·ri·ment <experiment|en> [ɛksperimɛnt] RZ. r.n. ook przen.

experiment

Experiment r.n.

experiment (wetenschappelijk ook)

Versuch r.m.

als [o. bij] wijze van experiment

versuchsweise

experimenten op, [o. met ] dieren doen

Tierversuche machen

een reeks [o. serie ] experimenten

eine Versuchsreihe

ex·per·ti·se <expertise|s, expertise|n> [ɛkspɛrtiːzə] RZ. r.ż.

1. expertise (onderzoek):

expertise

Expertise r.ż.

expertise

Begutachtung r.ż.

expertise houden/ondergaan

begutachten/begutachtet werden

2. expertise:

expertise (verslag)

Expertise r.ż.

expertise (verslag)

Sachverständigengutachten r.n.

expertise (minder pregnant)

Gutachten r.n.

ex·pe·di·teur <expediteur|s, expediteur|en> [ɛkspeditør] RZ. r.m.

expediteur

Spediteur r.m.

ex·pe·ri·men·te·ren <experimenteerde, h. geëxperimenteerd> [ɛksperimɛnterə(n)] CZ. cz. nieprzech.

experimenteren

experimentieren

op [o. met ] dieren experimenteren

Tierversuche machen

ex·pe·di·tie <expeditie|s> [ɛkspedi(t)si] RZ. r.ż.

1. expeditie:

expeditie (verzending van goederen)

Versand r.m.

expeditie (beroepsmatig)

Spedition r.ż.

2. expeditie (afdeling):

expeditie

Spedition r.ż.

expeditie

Versandabteilung r.ż.

3. expeditie (ontdekkings-, veldtocht):

expeditie

Expedition r.ż.

op expeditie gaan

eine Expedition antreten

ver·kor·ten <verkortte, h. verkort> [vərkɔrtə(n)] CZ. cz. przech.

1. verkorten:

verkorten (korter maken)

(ver)kürzen

verkorten (kleding)

kürzen

een touw 10 cm verkorten

eine Schnur um 10 cm verkürzen

2. verkorten (korter van duur maken):

verkorten

verkürzen

de tijd verkorten

die Zeit verkürzen

de tijd verkorten (zijn tijd verdrijven)

sich C. die Zeit verkürzen

ex·pe·ri·men·teel <experimentele, experimenteler, experimenteelst> [ɛksperimɛntel] PRZYM.

experimenteel

experimentell

experimenteel (in samenstellingen)

Experimental-

het experimenteel vliegtuig

das Versuchsflugzeug