niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „aanspreken“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

aan·spre·ken <sprak aan, h. aangesproken> [ansprekə(n)] CZ. cz. przech.

2. aanspreken:

aanspreken (beginnen te gebruiken)
aanspreken (reserves)
een gerecht aanspreken

3. aanspreken (in de smaak vallen bij):

aanspreken
iem in rechte aanspreken

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski