Tłumaczenia dla hasła „bäslein“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ba·lein¹ [balɛin] RZ. r.n. geen l.mn. (stof)

balein

Fischbein r.n. kein l.mn.

bas·sin <bassin|s> [bɑsɛ̃] RZ. r.n.

bassin

Becken r.n.

bassin

Bassin r.n.

ba·sis <basis|sen, bases> [bazɪs] RZ. r.ż.

1. basis form. (grondslag, fundament):

basis

Basis r.ż.

basis

Grundlage r.ż.

de basis van de zendmast

der Sockel des Sendemastes

2. basis przen. (grondslag):

basis

Grundlage r.ż.

basis form.

Basis r.ż.

basis form.

Fundament r.n.

dat is een goede basis van onderhandelingen

das ist eine gute Verhandlungsgrundlage [o. Verhandlungsbasis]

op basis van deze feiten

bei [o. unter] Zugrundelegung dieser Tatsachen

op basis van vrijwilligheid

auf freiwilliger Basis

de wettelijke basis

die Rechtsgrundlage

de wettelijke basis

der Rechtsboden

de zakelijke basis

die Geschäftsgrundlage

3. basis (hoofdbestanddeel):

basis

Basis r.ż.

basis

Grundlage r.ż.

4. basis (achterban):

basis

Basis r.ż.

5. basis gesch.:

basis

Basis r.ż.

basis

Stützpunkt r.m.

6. basis wisk.:

basis

Basis r.ż.

ba·se·ren² <baseerde, h. gebaseerd> [bazerə(n)] CZ. cz. przech. (doen steunen)

baseren

gründen auf +B.

dat is daarop gebaseerd dat …

das beruht auf der Tatsache, dass …

bas·ti·on <bastion|s> [bɑstijɔn] RZ. r.n. ook przen.

bastion

Bastion r.ż.

klein¹ [klɛin] RZ. r.n. geen l.mn.

klein en groot was op de been

groß und klein war auf den Beinen

Madurodam is Nederland in het klein

Madurodam ist Holland im Kleinen

plein <plein|en> [plɛin] RZ. r.n.

plein

Platz r.m.

plein (grote binnenplaats)

Innenhof r.m.

het Rode Plein

der Rote Platz

ba·zin <bazin|nen> [bazɪn] RZ. r.ż.

1. bazin (vrouw des huizes):

bazin

Herrin r.ż.

2. bazin (cheffin, eigenares):

bazin

Chefin r.ż.

bazin

Besitzerin r.ż.

bazin

Inhaberin r.ż.

3. bazin (eigenaar van een huisdier):

bazin

Frauchen r.n. pot.

brein <brein|en> [brɛin] RZ. r.n.

1. brein:

brein (hersens)

Hirn r.n.

brein (orgaan)

Gehirn r.n.

door iems brein spoken

in jds Kopf C. herumspuken

elektronisch brein

Elektronengehirn r.n.

2. brein:

brein (verstand: negatief)

Hirn r.n.

brein (verstand: positief)

Kopf r.m.

het brein achter dit complot

der führende Kopf hinter diesem Komplott

een helder brein

ein klarer Kopf

na·sleep [naslep] RZ. r.m. geen l.mn. (de gevolgen)

nasleep

Nachspiel r.n.

nasleep

Folgeerscheinungen l.mn.

een gerechtelijke nasleep

ein gerichtliches Nachspiel

de nasleep ondervinden

unter den Nachwirkungen leiden