Tłumaczenia dla hasła „dagbesteding“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

aan·be·ste·ding <aanbesteding|en> [ambəstedɪŋ] RZ. r.ż.

1. aanbesteding HAND.:

aanbesteding

Ausschreibung r.ż.

aanbesteding

Submission r.ż.

bij [o. per ] aanbesteding

auf dem Wege der Ausschreibung

2. aanbesteding (opdracht):

aanbesteding

Submission r.ż.

aanbesteding

Zuschlag r.m.

een aanbesteding houden

eine Ausschreibung veröffentlichen

in aanbesteding uitvoeren

gemäß der Ausschreibung durchführen

openbare aanbesteding

öffentliche Ausschreibung

be·ste·ding <besteding|en> [bəstedɪŋ] RZ. r.ż.

1. besteding (tijd):

besteding

Aufwand r.m.

besteding

Verwendung r.ż.

2. besteding (geld):

besteding

Aufwand r.m.

da·mes·kle·ding [daməskledɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

dameskleding

Damenbekleidung r.ż.

drank·be·strij·ding [drɑŋɡbəstrɛidɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

drankbestrijding

Alkoholbekämpfung r.ż.

dag·op·lei·ding <dagopleiding|en> [dɑxɔplɛidɪŋ] RZ. r.ż.

dagopleiding

≈ Vollzeitausbildung r.ż.

dag·vaar·ding <dagvaarding|en> [dɑxfardɪŋ] RZ. r.ż.

dagvaarding

Vorladung r.ż.

ge·le·ding <geleding|en> [ɣəledɪŋ] RZ. r.ż.

1. geleding (het beweegbaar onderling verbonden zijn):

geleding

Gliederbau r.m.

2. geleding (plaats van beweegbare verbinding):

geleding

Gelenk r.n.

3. geleding (elk deel van een geheel):

geleding

Glied r.n.

4. geleding (groep personeelsleden):

geleding

Gliederung r.ż.

geleding

Kategorie r.ż.

de maatschappelijke geledingen van een volk

die gesellschaftlichen Schichten eines Volkes

5. geleding biol. (segment, lid):

geleding

Glied r.n.

geleding

Segment r.n.

6. geleding plantk. (knoop):

geleding

Gelenk r.n.

be·kle·ding <bekleding|en> [bəkledɪŋ] RZ. r.ż.

1. bekleding (resultaat):

bekleding

Bekleidung r.ż.

bekleding

Umkleidung r.ż.

bekleding

Verkleidung r.ż.

bekleding

Bezug r.m.

2. bekleding (handeling):

bekleding

Bekleidung r.ż.

bekleding

Umkleidung r.ż.

bekleding

Verkleidung r.ż.

aan·bie·ding <aanbieding|en> [ambidɪŋ] RZ. r.ż.

aanbieding

Angebot r.n.

aanbieding (het geven)

Übergabe r.ż.

aanbieding (het geven)

Überreichung r.ż.

bij de aanbieding van het cadeau

bei der Übergabe des Geschenks

een goedkope/speciale aanbieding

ein (preis)günstiges Angebot/ein Sonderangebot

truien in de aanbieding

heruntergesetzte(r) Pullover r.m.

onder aanbieding van tien procent korting

unter Gewährung von zehn Prozent Rabatt

na·bloe·ding <nabloeding|en> [nabludɪŋ] RZ. r.ż.

nabloeding

Nachblutung r.ż.