Tłumaczenia dla hasła „hijsen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

hij·sen¹ <hees, h. gehesen> [hɛisə(n)] CZ. cz. przech.

1. hijsen:

hijsen (naar boven trekken)

hochziehen

hijsen (vlag, zeil e.d.)

hissen

het anker hijsen

den Anker lichten

2. hijsen (met moeite naar boven brengen):

hijsen

hochhieven

zich uit een stoel hijsen

sich aus einem Stuhl hochwinden

dat hijs je niet

das schaffst du nicht

3. hijsen ((veel) drinken):

hijsen

saufen slang

bier hijsen

Bier saufen slang

hij·sen² <hees, h. gehesen> [hɛisə(n)] CZ. cz. nieprzech. ((veel) drinken)

hijsen

bechern pot.

stevig hijsen

tüchtig bechern żart.

Przykładowe zdania ze słowem hijsen

bier hijsen

Bier saufen slang

stevig hijsen

tüchtig bechern żart.

de vlag halfstok hijsen

die Fahne auf halbmast setzen

het anker hijsen

den Anker lichten

de zeilen hijsen/strijken

die Segel hissen/streichen

de vlag hijsen/strijken

die Fahne [o. Flagge] hissen/einholen

zich uit een stoel hijsen

sich aus einem Stuhl hochwinden