Tłumaczenia dla hasła „ontmoetig“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ont·moe·ting <ontmoeting|en> [ɔntmutɪŋ] RZ. r.ż. (ook sport en spel)

ontmoeting

Treffen r.n.

ontmoeting

Begegnung r.ż.

een toevallige ontmoeting

eine zufällige Begegnung

ont·moe·ten <ontmoette, h. ontmoet> [ɔntmutə(n)] CZ. cz. przech.

1. ontmoeten (onvoorzien tegenkomen):

ontmoeten

treffen

ontmoeten

begegnen +C.

iem op het station ontmoeten

jdn am Bahnhof treffen

iem op het station ontmoeten

jdm am Bahnhof begegnen

hij heeft onderweg veel vriendelijkheid ontmoet

ihm ist unterwegs viel Freundlichkeit entgegengebracht worden

2. ontmoeten (volgens afspraak treffen):

ontmoeten

(sich) treffen

onze ploeg ontmoet morgen de landskampioen

unsere Mannschaft trifft morgen auf den Landesmeister

iem regelmatig ontmoeten

sich regelmäßig mit jdm treffen

iem voor een gesprek ontmoeten

sich mit jdm zu einem Gespräch treffen

3. ontmoeten (ondervinden):

ontmoeten

stoßen auf +B.

weerstand/vriendelijkheid ontmoeten

auf Widerstand stoßen/Freundlichkeit begegnen

ont·moe·di·gen <ontmoedigde, h. ontmoedigd> [ɔntmudəɣə(n)] CZ. cz. przech.

ontmoedigen

entmutigen

top·ont·moe·ting <topontmoeting|en> [tɔpɔntmutɪŋ] RZ. r.ż.

topontmoeting

Gipfeltreffen r.n.

ont·moe·di·ging [ɔntmudəɣɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

ontmoediging

Entmutigung r.ż.

zoe·tig [zutəx] PRZYM.

zoetig

süßlich

roe·tig [rutəx] PRZYM.

roetig

rußig

ont·zet [ɔntsɛt] PRZYM.

1. ontzet (ontdaan):

ontzet

entsetzt

ontzet

entgeistert

ontzet

fassungslos

ontzet staan te kijken

entsetzt dreinschauen

2. ontzet (uit het verband gerukt):

ontzet

≈ aus der Form geraten

ontzet

≈ nicht im Lot

een ontzette arm

ein verrenkter [o. ausgerenkter] Arm

ont·doen¹ <ontdeed, h. ontdaan> [ɔndun] CZ. cz. przech. (vrijmaken)

ontdoen

befreien von +C.

licht·voe·tig [lɪxtfutəx] PRZYM.

lichtvoetig

leichtfüßig

ont·moe·tings·plaats <ontmoetingsplaats|en> [ɔntmutɪŋsplats] RZ. r.ż.

ontmoetingsplaats

Treffpunkt r.m.