Tłumaczenia dla hasła „opleidt“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

op·lei·den <leidde op, h. opgeleid> [ɔplɛidə(n)] CZ. cz. przech.

opleiden

ausbilden

opleiden (voor een bepaald doel)

heranbilden

de nieuwe generatie wetenschappers opleiden

den wissenschaftlichen Nachwuchs heranbilden

iem voor iets opleiden

jdn zu [o. als] etw ausbilden

pleit [plɛit] RZ. r.n. geen l.mn.

1. pleit (rechtsgeding):

pleit

Rechtsstreit r.m.

2. pleit (geschil):

pleit

Streit r.m.

het pleit is beslecht

der Streit ist beigelegt worden

het pleit is beslecht przen.

das ist beschlossene Sache

het pleit winnen

die Oberhand gewinnen

3. pleit (pleidooi):

pleit

Plädoyer r.n.

op·lei·ding <opleiding|en> [ɔplɛidɪŋ] RZ. r.ż.

1. opleiding (het opgeleid worden):

opleiding

Ausbildung r.ż.

een klassieke opleiding

eine humanistische Bildung

een opleiding volgen

eine Ausbildung machen

de opleiding voor een ambacht

die Handwerkslehre

een wetenschappelijke opleiding

eine wissenschaftliche Ausbildung

2. opleiding (instituut):

opleiding

Ausbildungsanstalt r.ż.

op·le·ving [ɔplevɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

opleving

Belebung r.ż.

opleving (sterk)

Aufschwung r.m.

op·le·ven <leefde op, i. opgeleefd> [ɔplevə(n)] CZ. cz. nieprzech.

opleven

aufleben

de vraag deed de markt opleven

die Nachfrage belebte den Markt

de handel leefde op

der Handel lebte [o. blühte] auf

op·le·zen <las op, h. opgelezen> [ɔplezə(n)] CZ. cz. przech.

oplezen

vorlesen

oplezen (bekendmaken)

verlesen

een lijst met namen oplezen

eine Namenliste vorlesen [o. verlesen]

plein <plein|en> [plɛin] RZ. r.n.

plein

Platz r.m.

plein (grote binnenplaats)

Innenhof r.m.

het Rode Plein

der Rote Platz

opu·lent [opylɛnt] PRZYM.

opulent

üppig

opulent

opulent form.

be·leid [bəlɛit] RZ. r.n. geen l.mn.

1. beleid (wijze van behandeling):

beleid

Politik r.ż.

het beleid inzake de woningbouw

die Wohnungsbaupolitik

2. beleid (overleg):

beleid

Umsicht r.ż.

met beleid te werk gaan

umsichtig vorgehen

ge·leid [ɣəlɛit] PRZYM.

geleid

gelenkt

de geleide economie

die Planwirtschaft