niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „deed“ w niderlandzko » niemiecki słowniku (Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

deed CZ.

deed 3. os. l.poj. cz. prz. van doen², doen³

Zobacz też doen , doen , doen

doen3 <deed, h. gedaan> [dun] CZ. cz. przech.

6. doen (bereizen, bezichtigen):

doen
machen

doen2 <deed, h. gedaan> [dun] CZ. cz. nieprzech.

doen1 [dun] RZ. r.n. geen l.mn.

Przykładowe zdania ze słowem deed

dat deed me huiveren
das ließ [o. machte] mich schaudern
het deed me niets
es ließ mich kalt
de slag deed hem wankelen
der Schlag ließ ihn taumeln
een gerucht deed haar opschrikken
ein Geräusch ließ sie aufschrecken [o. schreckte sie auf]
een steen deed hem struikelen
ein Stein brachte ihn ins Stolpern
dat deed mij veel pijn ook przen.
das schmerzte mich sehr
dit vooruitzicht deed hem watertanden
diese Aussicht versetzte ihn in Begeisterung
dat deed mijn adem stokken
das verschlug mir den Atem
een nieuwe dans deed zijn intrede
ein neuer Tanz kam auf
in jouw plaats deed ik het
an deiner Stelle täte ich es
de vraag deed de markt opleven
die Nachfrage belebte den Markt
de heroïnebrigade deed een goede vangst
die Rauschgift-Einsatzgruppe machte einen guten Fang
een ontploffing deed de huizen beven
eine Detonation ließ die Häuser erbeben
hoewel aarzelend, deed hij het toch
obwohl er zögerte, tat er es doch
dat tekort deed zich sterk voelen
dieses Defizit machte sich stark bemerkbar
de oorlog deed hem in Londen belanden
der Krieg verschlug ihn nach London
ik deed het net zo lief niet
ich würde es genauso gern sein lassen
hij deed, als was/ware er niets gebeurd form.
er tat, als wäre nichts geschehen
ze deed het puur om hem te plagen
sie tat es bloß, um ihn zu ärgern
van opwinding wist zij niet, wat zij deed
vor lauter Aufregung wusste sie nicht, was sie tat

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne