niderlandzko » niemiecki

re·ke·ning <rekening|en> [rekənɪŋ] RZ. r.ż.

2. rekening (staat met debet- en creditzijde):

rekening
Konto r.n.
een rekening bijhouden
in rekening brengen
op rekening kopen
op rekening van iem
iets op iems rekening schrijven przen.
een rekening openen
dat is voor mijn rekening
dat is voor mijn rekening przen.

3. rekening (manier van rekenen):

rekening
Rechnung r.ż.

re·ke·ning-cou·rant <rekeningen-courant> [rekənɪŋkurɑnt] RZ. r.ż.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski