Tłumaczenia dla hasła „meranerin“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

Ge·ˈvat·te·rin <Gevatterin, Gevatterinnen> [gəˈfatərɪn] RZ. r.ż.

1. Gevatterin veraltet (Patin):

Gevatterin

peettante

Gevatterin

meter

2. Gevatterin veraltet żart.:

Gevatterin

vriendin

Gevatterin

vrouwtje r.n.

ˈWöch·ne·rin <Wöchnerin, Wöchnerinnen> [ˈvœçnərɪn] RZ. r.ż. MED.

Wöchnerin

kraamvrouw

ˈLes·bi·e·rin <Lesbierin, Lesbierinnen> [ˈlɛsbi̯ərɪn] RZ. r.ż.

1. Lesbierin (Lesbe):

Lesbierin

lesbische

Lesbierin

lesbienne

2. Lesbierin (Bewohnerin von Lesbos):

Lesbierin

Lesbische

Lesbierin

bewoonster van Lesbos

ˈmer·ken [ˈmɛrkn̩] CZ. cz. przech.

1. merken:

merken (spüren)

merken

merken (spüren)

bemerken

merken (spüren)

bespeuren

merken (wahrnehmen)

waarnemen

merken (wahrnehmen)

constateren

wohl gemerkt!

let wel!

wohl gemerkt!

welteverstaan!

2. merken (im Gedächtnis behalten):

sich C. merken

onthouden

merk dir das! pot.

knoop dat in je oren!