Tłumaczenia dla hasła „runtergelangt“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈrun·ter·ho·len CZ. cz. przech. pot.

runterholen

naar beneden halen

jdm/sich einen runterholen wulg.

iem/zich afrukken [o. aftrekken]

un·ter·ˈge·ben [ʊntɐˈgeːbn̩] PRZYM.

untergeben

ondergeschikt

ˈun·ter·ge·hen CZ. cz. nieprzech. niereg.

untergehen (versinken)

ondergaan

untergehen (versinken)

vergaan

untergehen przen. a. (zugrunde gehen)

teloorgaan

ˈun·ter·ge·ord·net PRZYM.

untergeordnet a. JĘZ.

ondergeschikt

untergeordnet a. JĘZ.

lager

untergeordnet (zweitrangig)

secundair

ˈUn·ter·gang RZ. r.m.

Untergang

ondergang

Untergang (Zerstörung)

teloorgang

dem Untergang geweiht

ten dode opgeschreven

her·ˈun·ter·ge·hen CZ. cz. nieprzech. niereg.

1. heruntergehen:

heruntergehen (nach unten gehen)

naar beneden gaan

heruntergehen (Flughöhe verringern)

omlaaggaan

die Straße heruntergehen

de straat aflopen [o. uitlopen]

2. heruntergehen:

heruntergehen (sinken)

dalen

heruntergehen (sinken)

zakken

heruntergehen (reduzieren)

minder worden

ˈUn·ter·ge·wicht <Untergewicht(e)s> RZ. r.n. kein l.mn.

1. Untergewicht:

Untergewicht

te laag gewicht r.n.

2. Untergewicht GOSP.:

Untergewicht

onderwicht

ˈta·ge·lang PRZYM.

tagelang

dagenlang

tagelang

dagen achter elkaar [o. aan een stuk]

her·ˈun·ter·ge·kom·men [hɛˈrʊntɐgəkɔmən] PRZYM. pej. (verwahrlost, abgewohnt)

heruntergekommen

aan lagerwal geraakt

einen heruntergekommenen Eindruck machen

een verwaarloosde indruk maken