Tłumaczenia dla hasła „versucherin“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ver·ˈsu·chen¹ CZ. cz. przech.

1. versuchen (trachten):

versuchen

proberen

versuchen

trachten

versuchen

pogen

sein Bestes versuchen

z'n uiterste best doen

sein Glück [o. Heil ] versuchen

zijn geluk beproeven

versuchter Mord

poging tot moord

2. versuchen (probieren):

versuchen

proberen

versuchen

proeven

3. versuchen podn. (in Versuchung führen):

versuchen

verzoeken

versuchen

verleiden

sich versucht fühlen

geneigd zijn

sich versucht fühlen

in de verleiding zijn

versucht sein

geneigd zijn

versucht sein

in de verleiding zijn

ver·ˈsi·chern¹ CZ. cz. przech.

1. versichern:

versichern

verzekeren

versichern

betuigen

2. versichern:

versichern

verzekeren van

versichern

beloven

versichern

toezeggen

3. versichern:

versichern

verzekeren

versichern

een verzekering afsluiten

er·ˈsu·chen [ɛɐ̯ˈzuːxn̩] CZ. cz. przech. podn.

ersuchen

(beleefd) verzoeken [o. vragen]

ver·ˈseu·chen [fɛɐ̯ˈz͜ɔyçn̩] CZ. cz. przech.

1. verseuchen:

verseuchen

besmetten

2. verseuchen przen.:

verseuchen

verpesten

verseuchen

verzieken

ver·ˈscher·zen CZ. cz. przech.

verscherzen

verspelen

verscherzen

kwijtraken

ver·ˈscha·chern [fɛɐ̯ˈʃaçɐn] CZ. cz. przech. pot.

verschachern

versjacheren

ver·ˈscher·beln [fɛɐ̯ˈʃɛrbl̩n] CZ. cz. przech. pot.

verscherbeln

versjacheren

Ver·ˈsi·che·rung <Versicherung, Versicherungen> RZ. r.ż.

1. Versicherung (Versicherungsvertrag):

Versicherung

verzekering

2. Versicherung (Versicherungsgesellschaft):

Versicherung

verzekering(smaatschappij)

3. Versicherung (Prämie):

Versicherung

verzekeringspremie

Ver·ˈsuchs·per·son RZ. r.ż.

Versuchsperson MED., PSYCH.

proefpersoon

Er·ˈsu·chen <Ersuchens, Ersuchen> [ɛɐ̯ˈzuːxn̩] RZ. r.n.

Ersuchen

(dringend) verzoek r.n.

ver·ˈstau·chen CZ. cz. przech.

verstauchen

verstuiken

verstauchen

verzwikken

Ver·ˈsi·che·rer <Versicherers, Versicherer> [fɛɐ̯ˈzɪçərɐ] RZ. r.m.

Versicherer

verzekeraar

Versicherer

assuradeur

ver·ˈsuchs·wei·se PRZYSŁ.

versuchsweise

bij wijze van

versuchsweise

als proef

versuchsweise

op proef

Ver·ˈsuchs·rei·he RZ. r.ż.

Versuchsreihe

serie proeven [o. experimenten]

ver·ˈscheu·chen CZ. cz. przech.

verscheuchen

verjagen

verscheuchen

wegjagen

verscheuchen

verdrijven

Ver·ˈsu·chung <Versuchung, Versuchungen> [fɛɐ̯ˈzuːxʊŋ] RZ. r.ż.

Versuchung

verzoeking

Versuchung

verleiding

Versuchung

bekoring

ver·ˈsü·ßen CZ. cz. przech. przen.

versüßen

verzoeten

versüßen

veraangenamen

Ehebrecherin RZ.

Hasło od użytkownika

Ehebrecherin r.ż.

echtbreekster r.ż.