niderlandzko » niemiecki

te·ken·tang <tekentang|en> RZ. r.m.

ei·gen·baat [ɛɪɣə(n)bat] RZ. r.ż. geen l.mn.

ei·gen·dunk [ɛiɣə(n)dʏŋk] RZ. r.m. geen l.mn.

ei·gen·naam <eigen|namen> [ɛiɣənam] RZ. r.m.

ei·gen·waan [ɛiɣə(n)wan] RZ. r.m. geen l.mn.

re·pre·sen·tant <representant|en> [reprezɛntɑnt] RZ. r.m.

drei·gend [drɛiɣənt] PRZYM.

1. dreigend (dreiging uitdrukkend):

2. dreigend (op het punt staande te gebeuren):

ei·gen·tijds <eigentijdse, meer eigentijds, meest eigentijds> [ɛiɣə(n)tɛits] PRZYM.

rei·ger <reiger|s> [rɛiɣər] RZ. r.m.

drei·ge·ment <dreigement|en> [drɛiɣəmɛnt] RZ. r.n.

haai·en·tand <haaientand|en> [hajə(n)tɑnt] RZ. r.m.

1. haaientand (tand van een haai):

Haizahn r.m.

2. haaientand (verkeer) l.mn.:

Wartelinie r.ż.

reis·ge·noot <reisge|noten> [rɛisxənot] RZ. r.m.

ei·ge·na·res <eigenares|sen> [ɛiɣənarɛs] RZ. r.ż.

eigenares forma żeńska od eigenaar

Zobacz też eigenaar

ei·gen·wijs <eigenwijze, eigenwijzer, eigenwijst> [ɛiɣə(n)wɛis] PRZYM.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski