Tłumaczenia dla hasła „Sonderheft“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

son·de·ren <sondeerde, h. gesondeerd> [sɔnderə(n)] CZ. cz. przech.

sonderen

sondieren

on·der·he·vig [ɔndərhevəx] PRZYM. orzecz.

onderhevig

unterliegend +C.

onderhevig

unterworfen +C.

dat is aan geen twijfel onderhevig

das unterliegt keinem Zweifel

alles is aan verandering onderhevig

alles ist dem Wandel unterworfen

aan goedkeuring/belasting onderhevig

genehmigungs-/steuerpflichtig

min·der·heid <minder|heden> [mɪndərhɛit] RZ. r.ż.

1. minderheid (kleinste groep):

minderheid

Minderheit r.ż.

minderheid

Minderzahl r.ż.

in de minderheid zijn

in der Minderzahl sein

2. minderheid (deel van de bevolking):

minderheid

Minderheit r.ż.

etnische minderheid

ethnische Minderheit

3. minderheid (lagere rang):

minderheid

Unterlegenheit r.ż.

on·der·hand [ɔndərhɑnt] PRZYSŁ. (intussen)

onderhand

inzwischen

on·der·houd [ɔndərhɑut] RZ. r.n. geen l.mn.

1. onderhoud (verzorging, voeding):

onderhoud

Unterhalt r.m.

onderhoud

Versorgung r.ż.

het onderhoud van de troepen

die Versorgung der Truppen

2. onderhoud:

onderhoud (het in goede staat houden)

Instandhaltung r.ż.

onderhoud (machine)

Wartung r.ż.

onderhoud (tuin)

Pflege r.ż.

het onderhoud van de computer

die Wartung des Computers

in goede staat van onderhoud

in gutem Zustand

3. onderhoud (kost):

onderhoud

Lebensunterhalt r.m.

in zijn onderhoud voorzien

seinen Lebensunterhalt bestreiten

het recht op onderhoud

der Unterhaltsanspruch

4. onderhoud (gesprek):

onderhoud

Gespräch r.n.

onderhoud

Unterredung r.ż. form.

on·der·huur [ɔndərhyr] RZ. r.ż. geen l.mn.

onderhuur

Untermiete r.ż.

in onderhuur wonen

in [o. zur] Untermiete wohnen

on·der·huid <onderhuid|en> [ɔndərhœyt] RZ. r.ż.

onderhuid

Unterhaut r.ż.

bij·zon·der·heid <bijzonder|heden> [bizɔndərhɛit] RZ. r.ż.

1. bijzonderheid (detail):

bijzonderheid

Einzelheit r.ż.

een zaak in bijzonderheden bestuderen

eine Sache in allen Einzelheiten studieren

bijzonderheden ontbreken nog

Einzelheiten fehlen noch

2. bijzonderheid (bijzondere omstandigheid, eigenaardigheid):

bijzonderheid

Besonderheit r.ż.

bijzonderheid

Eigentümlichkeit r.ż.

schran·der·heid <schrander|heden> [sxrɑndərhɛɪt] RZ. r.ż.

schranderheid

Klugheit r.ż.

schranderheid (personen)

Aufgewecktheit r.ż.