niderlandzko » niemiecki

di·ri·gent <dirigent|en> [diriɣɛnt] RZ. r.m.

spui·gat [spœyɣɑt]

fre·gat <fregat|ten> [frəɣɑt] RZ. r.n.

ver·gat CZ.

vergat 3. os. l.poj. cz. prz. van vergeten

Zobacz też vergeten , vergeten

ver·ge·ten2 <vergat, h./i. vergeten> [vərɣetə(n)] CZ. cz. przech.

2. vergeten (verzuimen te doen):

3. vergeten (van zich afzetten):

vergeet het maar! przen.

ver·ge·ten1 <vergat zich, h. zich vergeten> [vərɣetə(n)] CZ. wk ww

vergeten zich vergeten (buiten zichzelf raken):

deur·gat RZ. r.n.

deurgat → deuropening

Zobacz też deuropening

deur·ope·ning <deuropening|en> [døropənɪŋ] RZ. r.ż.

kijk·gat <kijkgat|en> [kɛikxɑt] RZ. r.n.

dic·taat <dic|taten> [dɪktat] RZ. r.n.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski