Tłumaczenia dla hasła „marktwerking“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

uit·wer·king <uitwerking|en> [œytwɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

1. uitwerking (resultaat):

uitwerking

Wirkung r.ż.

uitwerking

Auswirkung r.ż.

dat zal zijn uitwerking niet missen

das wird seine Wirkung nicht verfehlen

een uitwerking hebben op

sich auswirken auf +B.

2. uitwerking (bewerking):

uitwerking

Ausarbeitung r.ż.

uitwerking

Bearbeitung r.ż.

3. uitwerking (berekening):

uitwerking

Lösung r.ż.

af·wer·king <afwerking|en> [ɑfwɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

1. afwerking (handeling):

afwerking

Vollendung r.ż.

afwerking

Erledigung r.ż.

hij is aan de afwerking van zijn roman

er ist bei der Vollendung seines Romans

2. afwerking:

afwerking (wijze)

Ausführung r.ż.

afwerking (wijze)

Verarbeitung r.ż.

afwerking (krant)

Aufmachung r.ż.

de afwerking van dit model is niet zo fraai

die Verarbeitung dieses Modells ist nicht so schön

na·wer·king <nawerking|en> [nawɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

nawerking

Nachwirkung r.ż.

mar·ke·ting [mɑːrkətɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

marketing

Marketing r.n.

aan marketing doen

Marketing betreiben

me·de·wer·king [medəwɛrkɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. medewerking (het meewerken):

medewerking

Mitarbeit r.ż.

medewerking

Mitwirkung r.ż.

met medewerking van

unter Mitwirkung von

2. medewerking (hulp):

medewerking

Mithilfe r.ż.

medewerking

Mitwirkung r.ż.

medewerking verlenen aan iets

an [o. bei] einer Sache mitwirken

sa·men·wer·king [samə(n)wɛrkɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

samenwerking

Zusammenarbeit r.ż.

samenwerking

Zusammenwirken r.n. form.

in onderlinge samenwerking

in gemeinsamer Arbeit

in onderlinge samenwerking

in Gemeinschaftsarbeit

met dank voor de prettige samenwerking

mit Dank für die angenehme Zusammenarbeit

be·wer·king <bewerking|en> [bəwɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

1. bewerking landb.:

bewerking (handeling)

Bearbeitung r.ż.

bewerking (handeling)

Bestellung r.ż.

bewerking (werkfase)

Arbeitsgang r.m.

2. bewerking (resultaat):

bewerking

Bearbeitung r.ż.

een nieuwe bewerking

eine Neubearbeitung

in·wer·king [ɪnwɛrkɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. inwerking (het inwerken, ingewerkt worden):

inwerking

Einarbeitung r.ż.

inwerking

Einweisung r.ż.

2. inwerking:

inwerking (uitwerking)

Wirkung r.ż.

inwerking (uitwerking)

Einwirkung r.ż.

inwerking (het aantasten)

Angreifen r.n.

markt·plein <marktplein|en> [mɑrktplɛin] RZ. r.n.

marktplein

Marktplatz r.m.

markt·prijs <markt|prijzen> [mɑrktprɛis] RZ. r.m.

1. marktprijs (prijs op de markt):

marktprijs

Marktpreis r.m.

2. marktprijs (prijs bij vrije verkoop):

marktprijs

Marktpreis r.m.

te·gen·wer·king <tegenwerking|en> [teɣə(n)wɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

tegenwerking

Widerstand r.m.

wis·sel·wer·king <wisselwerking|en> [wɪsəlwɛrkɪŋ] RZ. r.ż.

wisselwerking

Wechselwirkung r.ż.

wisselwerking

Wechselbeziehung r.ż.

markt·waar·de [mɑrktwardə] RZ. r.ż. geen l.mn.

marktwaarde

Marktwert r.m.

markt·dag <marktdag|en> [mɑrɡdɑx] RZ. r.m.

marktdag

Markttag r.m.

markt·kraam <markt|kramen> [mɑrktkram] RZ. r.n. of r.m. of r.ż.

marktkraam

Marktbude r.ż.

marktkraam

Marktstand r.m.

markt·on·der·zoek [mɑrktɔndərzuk] RZ. r.n. geen l.mn.

marktonderzoek

Marktforschung r.ż.