Tłumaczenia dla hasła „puin“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

puin [pœyn] RZ. r.n. geen l.mn.

1. puin:

puin (vergruizelde steen)

Schutt r.m.

puin (puinhopen)

Trümmer l.mn.

puin (weg- en waterbouw)

Schotter r.m.

het huis stortte in puin

das Haus sank in Tümmer

hij heeft zijn brommer in puin gereden pot.

er hat sein Moped zu Schrott gefahren

onder het puin bedolven

verschüttet

verboden puin te storten

Schutt abladen verboten!

2. puin przen. (onbruikbaar materiaal):

puin

Ausschuss r.m.

puin

Tinnef r.m. pot.

Przykładowe zdania ze słowem puin

onder het puin bedolven

verschüttet

verboden puin te storten

Schutt abladen verboten!

puin/zand neerstorten

Schutt/Sand abkippen

het huis stortte in puin

das Haus sank in Tümmer

hij heeft zijn brommer in puin gereden pot.

er hat sein Moped zu Schrott gefahren