Tłumaczenia dla hasła „stimmkraft“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

sti·mu·lans <stimulans|en> [stimylɑns] RZ. r.m.

1. stimulans:

stimulans (pepmiddel)

Stimulans r.n.

stimulans (pepmiddel)

Anregungsmittel r.n.

stimulans (pepmiddel)

Reizmittel r.n.

stimulans (doping)

Aufputschmittel r.n.

2. stimulans przen.:

stimulans

Anreiz r.m.

stimulans

Ansporn r.m.

stimulans

Stimulus r.m. form.

een stimulans tot zelfwerkzaamheid

ein Anreiz zur Selbsttätigkeit

stierf CZ.

stierf 3. os. l.poj. cz. prz. van sterven¹, sterven², sterven³

Zobacz też sterven , sterven , sterven

ster·ven³ <stierf, i. gestorven> [stɛrvə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. sterven (doodgaan):

sterven

sterben

sterven aan een ziekte

an einer Krankheit sterben

op sterven liggen

im Sterben liegen

op sterven na dood zijn

in den letzten Zügen liegen

sterven van kou przen.

vor Kälte sterben

stervende zijn

im Sterben liegen

te veel om te sterven, te weinig om te leven

zum Leben zu wenig, zum Sterben zu viel

2. sterven przen. (wegkwijnen):

sterven

(ab)sterben

het woord stierf op zijn lippen

das Wort erstarb ihm auf den Lippen

ster·ven² <stierf, i. gestorven> [stɛrvə(n)] CZ. cz. przech. (op de genoemde wijze overlijden)

sterven

sterben

een stille dood sterven przen.

einschlafen

een zachte dood sterven

einen sanften [o. schönen] Tod haben

een natuurlijke dood sterven

eines natürlichen Todes sterben

ster·ven¹ <stierf, i. gestorven> [stɛrvə(n)] CZ. cz. bezosob. ww (vol zijn met)

sterven

wimmeln

het sterft hier van de vliegen

es wimmelt hier von Fliegen

stift¹ <stift|en> [stɪft] RZ. r.ż.

1. stift:

stift (dunne houten, metalen pen)

Stift r.m.

stift (graveerstift)

Stichel r.m.

2. stift (puntig voorwerp):

stift

Stift r.m.

3. stift (een vulpotlood, ballpoint):

stift

Mine r.ż.

4. stift (viltstift):

stift

Stift r.m.