Tłumaczenia dla hasła „straatkrant“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

straat·kant [stratkɑnt] RZ. r.m. geen l.mn.

straatkant

Straßenseite r.ż.

aan de straatkant wonen

an der Straßenseite wohnen

aan de straatkant wonen

zur Straße hin wohnen

straat·agent <straatagent|en> [strataɣɛnt] RZ. r.m.

straatagent

Streifenpolizist r.m.

straatagent

Schutzpolizist r.m.

straat·arm [stratɑrm] PRZYM.

straatarm

bettelarm

straatarm

total verarmt

straat·hond <straathond|en> [strathɔnt] RZ. r.m.

1. straathond (zwerfhond):

straathond

Straßenköter r.m.

2. straathond (niet-rashond):

straathond

Promenadenmischung r.ż. żart.

straat·or·gel <straatorgel|s> [stratɔrɣəl] RZ. r.n.

straatorgel

Drehorgel r.ż.

straatorgel

Leierkasten r.m.

straat·ven·ter <straatventer|s> [stratfɛntər] RZ. r.m.

straatventer

Straßenhändler r.m.

straatventer

Straßenverkäufer r.m.

straat·lan·taarn <straatlantaarn|s> [stratlɑntarn] RZ. r.ż.

straatlantaarn

Straßenlaterne r.ż.

straat·je <straatje|s> [stracə] RZ. r.n.

1. straatje (kleine straat):

straatje

Gasse r.ż.

een straatje omlopen

einen (kleinen) Spaziergang machen

2. straatje:

straatje (plaveisel naar een deur)

Weg r.m.

straatje (door tuin)

Gartenweg r.m.

zijn eigen straatje schoonvegen przen.

sich rein waschen

in iems straatje praten przen.

jdm nach dem Mund reden

dat was precies in zijn straatje przen.

≈ das war für ihn ein gefundenes Fressen

straat·weg <straatweg|en> [stratwɛx] RZ. r.m.

straatweg

Straße r.ż.

straatweg (geplaveid)

Pflasterstraße r.ż.

straat·deur <straatdeur|en> [stradør] RZ. r.ż.

straatdeur

Außentür r.ż.

straatdeur

Haustür r.ż.

straat·dief <straat|dieven> [stradif] RZ. r.m.

straatdief

Straßenräuber r.m.

straat·ge·vel <straatgevel|s> [stratxevəl] RZ. r.m.

straatgevel

Vordergiebel r.m.

straatgevel

Frontgiebel r.m.

straat·steen <straat|stenen> [stratsten] RZ. r.m.

straatsteen

Pflasterstein r.m.

iets aan de straatstenen niet kwijt kunnen przen.

auf etw C. sitzen bleiben